11/ 2008
BENNING MM 7
80
- Bus voor V, Ω, Hz, °C, °F en
- Contactbus voor mA - bereik
en de
- Contactbus voor 10 A - bereik
van de multimeter BENNING MM 7 ligt t.o.v. aarde, mag maximaal 1000 V
bedragen.
Gevaarlijke spanning:
Spanning in het circuit bij stroommeting maximaal 500 V. Bij
smelten van de zekering boven 500 V kan het apparaat worden
beschadigd. Een beschadigd apparaat kan onder spanning
komen te staan.
8.2.1
Spanningsmeting
- Kies met de draaiknop
de gewenste instelling (V).
- Kies met de blauwe toets
van de BENNING MM 7 de te meten span-
ningssoort (gelijk-(DC) of wisselspanning (AC))
- Het zwarte veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de COM-contactbus
van
de BENNING MM 7
- Het rode veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de contactbus V, Ω, Hz, °C, °F
en
van de BENNING MM 7
- Leg de meetpennen van de veiligheidsmeetsnoeren aan de meetpun-
ten van het circuit en lees de gemeten waarde af in het display van de
BENNING MM 7
Zie fig. 2:
meten van gelijkspaning.
Zie fig. 3:
meten van wisselspanning.
8.2.2
Stroommeting
- Kies met de draaiknop
het gewenste bereik (mA of A).
- Kies met de blauwe toets
van de BENNING MM 7 de te meten stroom-
soort (gelijk- (DC) of wisselstroom (AC)).
- Het zwarte veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de COM-contactbus
van
de BENNING MM 7
- Het rode veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de contactbus voor mA
bereik voor stromen tot 400 mA, dan wel met de contactbus voor 10 A
bereik voor stromen van 400 mA tot 10 A.
- Leg de meetpennen van de veiligheidsmeetsnoeren aan de meetpunten van
het circuit en lees gemeten waarde af in het display van de BENNING MM 7
Zie fig. 4:
meten van gelijkstroom
Zie fig. 5:
meten van wisselstroom
8.3 Weerstandsmeting
- Kies met de draaiknop
de gewenste instelling (Ω)
- Het zwarte veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de COM-contactbus
van
de BENNING MM 7.
- Het rode veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de contactbus V, Ω, Hz, °C, °F
en
van de BENNING MM 7
- Leg de meetpennen van de veiligheidsmeetsnoeren aan de meetpunten van het
circuit en lees de gemeten waarde af in het display van de BENNING MM 7
Zie fig. 6:
weerstandsmeting
8.4 Diodecontrole
- Kies met de draaiknop
de gewenste instelling (Ω,
, )
- Met de blauwe toets van de BENNING MM 7 omschakelen naar „diodecon-
trole“ (toets 2x drukken)
- Het zwarte veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de COM-contactbus
van
de BENNING MM 7
- Het rode veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de contactbus V, Ω, Hz, °C, °F
en
van de BENNING MM 7
- Leg de meetpennen van de veiligheidsmeetsnoeren aan de aansluitpun-
ten van de diode en lees de gemeten waarde af in het display van de
BENNING MM 7
- Voor een normale, in stroomrichting gemonteerde Si-diode wordt een
stroom spanning van 0,500 V tot 0,900 V aangegeven. De aanduiding "000
V" wijst op een kortsluiting in de diode, de aanduiding "1" geeft een onder-
breking in de diode aan.
- Bij een in sperrichting gemonteerde diode wordt "OL" aangegeven. Bij een
defecte diode wordt "000 V" of een andere waarde aangegeven.
Zie fig. 7:
diodecontrole
8.5 Doorgangstest met akoestisch signaal
- Kies met de draaiknop
de gewenste instelling (Ω,
, ).
- Met de blauwe toets van de BENNING MM 7 omschakelen naar „door-
gangstest“ (toets 1x drukken)