105
patroon) beschermd tegen oververhitting (zie fig. 14).
De zekering wordt als volgt verwisseld:
- Ontkoppel de veiligheidsmeetsnoeren van het te meten circuit.
- Ontkoppel de veiligheidsmeetsnoeren van de BENNING MM 1-2/ 1-3.
- Zet de draaischakelaar
8
in de positie „OFF“.
- Leg de BENNING MM 1-2/ 1-3 op de voorzijde en draai de schroef met de
sleufkop uit het deksel van het batterijvak.
- Neem het deksel van het batterijvak uit de achterwand.
- Neem de lege batterijen uit het batterijvak.
- Ontkoppel het ophangoogje
L
(met een kleine sleufschroevendraaier het
klepje openen) aan de onderkant van de behuizing.
- Draai de 4 schroeven los van de behuizing
Geen schroeven losdraaien aan de gedrukte bedrading van de
BENNING MM 1‑2/ 1‑3!
- Neem de onderkant van de behuizing van bovenkant af.
- Til het eind van de zekering op uit de zekeringhouder.
- Schuif de defecte zekering in zijn geheel uit de zekeringhouder.
- Plaats een nieuwe zekering met dezelfde nominale stroom, dezelfde uit-
schakelingkenmerk en dezelfde afmeting.
- Plaats de nieuwe zekering voorzichtig in het midden van de zekeringhouder.
- Plaats voorzichtig de behuizing terug. Let erop dat bij het sluiten van de
behuizing de batterijveren in de behuizing in het vakje glijden!
- Klik de onderkant van de behuizing vast aan de bovenkant en draai de 4
schroeven aan.
- Klik het ophangoogje
L
weer vast aan de onderkant van de behuizing.
- Leg de batterijen weer in de juiste richting in het batterijvak, sluit de bat-
terijdeksel en draai de schroef aan.
Zie fig. 14:
vervanging van de zekering.
9.5 Kalibrering
Om de nauwkeurigheid van de metingen te waarborgen, is het aan te bevelen
het apparaat jaarlijks door onze servicedienst te laten kalibreren.
Benning Elektrotechnik & Elektronik GmbH & Co. KG
Service Center
Robert-Bosch-Str. 20
D - 46397 Bocholt
9.6 Onderdelen
Zekering F 10A, 600 V, 50 kA (Bussmann KTK of DCM) Art.Nr. 748263
10. Gebruik van het ophangoogje
- U kunt de veiligheidsmeetsnoeren veilig opbergen als u de snoeren om het
apparaat wikkelt en de uiteinden van de snoeren veilig aan het ophangoogje
L
klikt (zie fig. 15).
- U de veiligheidsmeetsnoeren zo aan het ophangoogje
L
klikken dat
de meetuiteinden vrijhangen, om zo de meetuiteinden samen met de
BENNING MM 1-1/ 1-2/ 1-3 naar een meetpunt te leiden.
- Met de standaard aan de achterkant kunt u de BENNING MM 1-1/ 1-2/ 1-3
schuin neerzetten (vergemakkelijkt het aflezen) of op te hangen (zie fig. 16).
- Ook met het ophangoogje
L
kunt u het apparaat ophangen.
zie fig. 15:
opwikkelen van de veiligheidsmeetsnoeren
zie fig. 16:
plaatsen van de
BENNING MM 1-1/ 1-2/ 1-3
11. Technische gegevens van de veiligheidsmeetkabelset
- Norm: EN 61010-031
- Maximale meetspanning t.o.v. de aarde (
) en meetcategorie:
Met opsteekdop: 1000 V CAT III, 600 V CAT IV,
Zonder opsteekdop: 1000 V CAT II,
- Meetbereik max.: 10 A
- Beschermingsklasse II (
), doorgaans dubbel geïsoleerd of versterkte isolatie
- Vervuilingsgraad: 2
- Lengte: 1,4 m, AWG 18,
- Omgevingsvoorwaarden: metingen mogelijk tot maximaal 2000 m,
temperatuur: 0 °C tot + 50 °C, vochtigheidsgraad 50 % tot 80 %,
- Gebruik de veiligheidsmeetkabelset alleen indien ze in een goede staat is
en volgens deze handleiding, anders kan de bescherming verminderd zijn.
- Gebruik de veiligheidsmeetkabelset niet als de isolatie is beschadigd of als
er een beschadiging/ onderbreking in de kabel of stekker is.
- Raak tijdens de meting de blanke contactpennen niet aan. Alleen aan de
handvaten vastpakken!
- Steek de haakse aansluitingen in het te gebruiken BENNING meetapparaat.
02/ 2011
BENNING MM 1-1/ 1-2/ 1-3