99
5.1.12 Indien de batterijen onder de minimaal benodigde spanning van de
BENNING MM 1-1/ 1-2/ 1-3 dalen, verschijnt in het scherm
het bat-
terijsymbool
.
5.1.13 De levensduur van een batterij (alkaline) bedraagt ongeveer 250 uur.
5.1.14 Afmetingen: (l x b x h) = 156 x 74 x 44 mm.
Gewicht = 320 gram met beschermingshoes en batterijen.
5.1.15 De meegeleverde veiligheidsmeetsnoeren zijn alleen voor de nominale
spanning en stroom van de BENNING MM 1-1/ 1-2/ 1-3 geschikt.
5.1.16 De BENNING MM 1-1/ 1-2/ 1-3 kan door een uitklapbare steun neer-
gezet of aan het oogje opgehangen worden.
5.1.17 De BENNING MM 1-1/ 1-2/ 1-3 heeft aan de bovenzijde een opna-
mesensor als spanningsindicator om geaarde wisselspanning te lokali-
seren.
6. Gebruiksomstandigheden
- De BENNING MM 1-1/ 1-2/ 1-3 is bedoeld om gebruikt te worden voor me-
tingen in droge ruimtes.
- Barometrische hoogte bij metingen: 2000 m. maximaal.
- Categorie van overbelasting/ installatie: IEC 60664-1/ IEC 61010-1 →
600 V categorie III; 1000 V categorie II.
- Beschermingsgraad stofindringing: 2
- Beschermingsgraad: IP 30 (DIN VDE 0470-1 IEC/ EN 60529),
Betekenis IP 30: Het eerste cijfer (3); bescherming tegen stof en vuil >
2,5 mm in doorsnede. Het tweede cijfer (0); niet beschermd tegen water.
- Werktemperatuur en relatieve luchtvochtigheid:
Bij een werktemperatuur van 0 °C tot 30 °C: relatieve luchtvochtigheid < 80 %.
Bij een werktemperatuur van 31 °C tot 40 °C: relatieve luchtvochtigheid < 75 %.
Bij een werktemperatuur van 41 °C tot 50 °C: relatieve luchtvochtigheid < 45 %.
- Opslagtemperatuur: de BENNING MM 1-1/ 1-2/ 1-3 kan worden opge-
slagen bij temperaturen van -15 °C tot +60 °C (luchtvochtigheid 0 - 80 %.
Daarbij dienen wel de batterijen te worden verwijderd.
7. Elektrische gegevens
Opmerking: de nauwkeurigheid van de meting wordt aangegeven als som van:
- een relatief deel van de meetwaarde
- een aantal digits.
Deze nauwkeurigheid geldt bij temperaturen van 18 °C tot 28 °C bij een relatieve
luchtvochtigheid < 80 %.
7.1 Meetbereik voor gelijkspanning
De ingangsweerstand bedraagt 10 MΩ.
Meetbereik
*3
Resolutie
Nauwkeurigheid v/d meting
Beveiliging tegen
overbelasting
200 mV
100 µV
± (0,5 % meet 2 digits)
1000 V
DC
2 V
1 mV
± (0,5 % meet 2 digits)
1000 V
DC
20 V
10 mV
± (0,5 % meet 2 digits)
1000 V
DC
200 V
100 mV
± (0,5 % meet 2 digits)
1000 V
DC
1000 V
1 V
± (0,5 % meet 2 digits)
1000 V
DC
7.2 Meetbereik voor wisselspanning
De ingangsweerstand bedraagt 10 M
Ω
parallel aan 100 pF.
Meetbereik
*3
Resolutie
Nauwkeurigheid v/d meting
*1
bij 50 Hz - 300 Hz
Beveiliging tegen
overbelasting
200 mV
100 µV
± (2,0 % meet 5 digits)
*2
750 V
eff
2 V
1 mV
± (1,5 % meet 5 digits)
*2
750 V
eff
bij 50 Hz - 500 Hz
20 V
10 mV
± (1,5 % meet 5 digits)
*2
750 V
eff
200 V
100 mV
± (1,5 % meet 5 digits)
*2
750 V
eff
750 V
1 V
± (1,5 % meet 5 digits)
*2
750 V
eff
De meetwaarde van de BENNING MM 1-1/ 1-2/ 1-3 wordt door detectie van de
gemiddelde waarde verkregen en als effectieve waarde weergegeven.
*1
De meetnauwkeurigheid is gespecificeerd voor een sinus curvenvorm. Bij
niet sinusvormige curvenvorm wordt de aanduidingswaarde minder nauw-
keurig. Zo ontstaat er voor de volgende crestfactoren een toegestane fout-
marge:
Crest-factor van 1,4 tot 3,0 toegestane foutmarge ± 1,5 %
02/ 2011
BENNING MM 1-1/ 1-2/ 1-3