104
8.9.1 Fasentest
- Het rode veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de contactbus V,
Ω
,
, Hz
9
van de BENNING MM 1-1/ 1-2/ 1-3.
- Het veiligheidsmeetsnoer inpluggen met het meetpunt en de toets
5
(“Volt-
Sensor”) in werking stellen.
- Het oplichten van het rode led en het weerklinken van een akoestisch signaal
betekent dat dit meetpunt de fase van een geaarde wisselspanning is.
9. Onderhoud
De BENNING MM 1‑1/ 1‑2/ 1‑3 mag nooit onder spanning staan
als het apparaat geopend wordt! Gevaarlijke spanning!
Werken aan een onder spanning staande BENNING MM 1-1/ 1-2/ 1-3 mag
uitsluitend gebeuren door elektrotechnische specialisten, die daarbij de
nodige voorzorgsmaatregelen dienen te treffen om ongevallen te voor
‑
komen
. Maak de BENNING MM 1-1/ 1-2/ 1-3 dan ook spanningsvrij alvorens
het apparaat te openen.
- Ontkoppel eerst beide veiligheidsmeetsnoeren van het te meten object.
- Ontkoppel daarna de beide veiligheidsmeetsnoeren van de
BENNING MM 1-1/ 1-2/ 1-3.
- Zet de draaischakelaar
8
in de positie „Off“.
9.1 Veiligheidsstelling van het apparaat
Onder bepaalde omstandigheden kan de veiligheid tijdens het werken met de
BENNING MM 1-1/ 1-2/ 1-3 niet meer worden gegarandeerd, bijvoorbeeld in
geval van:
- zichtbare schade aan de behuizing.
- meetfouten.
- waarneembare gevolgen van langdurige opslag onder verkeerde omstan-
digheden.
- waarneembare gevolgen van transportschade.
In deze gevallen direct de BENNING MM 1-1/ 1-2/ 1-3 uitschakelen en niet meer
gebruiken.
9.2 Reiniging
Reinig de behuizing aan de buitenzijde uitsluitend met een schone, droge doek
(speciale reinigingsdoeken uitgezonderd). Gebruik geen oplos- en/ of schuur-
middelen om de BENNING MM 1-1/ 1-2/ 1-3 schoon te maken. Let er in het
bijzonder op dat het batterijvak en de batterijcontacten niet vervuilen door uitlo-
pende batterijen. Indien toch verontreiniging ontstaat door elektrolyt of zich zout
afzet bij de batterijen en/of in de behuizing, dit eveneens verwijderen met een
droge, schone doek.
9.3 Het vervangen van de batterijen
Vóór het openen van de BENNING MM 1‑1/1‑2/1‑3 moet het ap‑
paraat spanningsvrij zijn! Gevaarlijke spanning!!
De BENNING MM 1-1/ 1-2/ 1-3 wordt gevoed door twee ingebouwde 1,5 V
micro batterijen. Als het batterijsymbool
op het display
verschijnt, moeten
de batterijen worden vervangen (zie afbeelding 13).
De batterijen worden als volgt verwisseld:
- Ontkoppel de veiligheidsmeetsnoeren van het te meten circuit.
- Ontkoppel de veiligheidsmeetsnoeren van de BENNING MM 1-1/ 1-2/ 1-3.
- Zet de draaischakelaar
8
in de positie „OFF“.
- Leg de BENNING MM 1-1/ 1-2/ 1-3 op de voorzijde en draai de schroef met
de sleufkop uit het deksel van het batterijvak.
- Neem het deksel van het batterijvak uit de achterwand.
- Neem de lege batterijen uit het batterijvak.
- Leg de batterijen in de juiste richting in het batterijvak.
- Klik het deksel weer op de achterwand en draai de schroef er weer in.
Zie fig. 13:
vervanging van de batterijen.
Gooi batterijen niet weg met het gewone huisvuil, maar lever
ze in op de bekende inzamelpunten. Zo levert u opnieuw een
bijdrage aan een schoner milieu.
9.4 Het vervangen van de zekering.
(BENNING MM 1-2/ 1-3)
Vóór het openen van de BENNING MM 1‑2/1‑3 moet het ap‑
paraat spanningsvrij zijn! Gevaarlijke spanning!!
De BENNING MM 1-2/ 1-3 wordt door een ingebouwde zekering 10 A (G-smelt-
02/ 2011
BENNING MM 1-1/ 1-2/ 1-3