10/ 2019
BENNING CM 9-1
33
7.6 Beïnvloedingseffecten en onzekerheden
Beïnvloedingseffect
E1 Positie
1 % van de gemeten waarde
E2 Voedingsspanning
-
E3 Temperatuur
0,1 x (gespecificeerde meetnauwkeurigheid)/ °C
(< 18 °C of > 28 °C)
E9 vervormde curvevorm
-
E10 Gelijkstroomcomponenten in het netwerk
-
E11 Extern laagfrequent magnetisch veld
(15 Hz - 400 Hz volgens IEC 61000-4-8)
± 10 µA per 1µT (magnetisch veld).
E12 Belastingsstroom bij gebruik van de diffe-
rentiële stroommethode
± 6 µA per 1A extra belastingsstroom
E13 Contactstroom veroorzaakt door common
mode-onderdrukking
-
E14 Frequentie
-
E15 Herhaalbaarheid
-
Intrinsieke onzekerheid (A)
zie de punten 7.1 tot en met 7.4 voor de meet-
nauwkeurigheid
Bedrijfsonzekerheid (B)
10 A/ m
30 A/ m
Gemeten waarde 3,5 mA - 10 mA
< 15 %
< 20 %
Gemeten waarde > 10 mA
< 10 %
< 12,5 %
8. Meten met de BENNING CM 9-1
8.1 Voorbereiden van metingen
Gebruik en bewaar de BENNING CM 9-1 uitsluitend bij de aangegeven werken
opslagtempera turen. Niet blootstellen aan direct zonlicht.
- Controleer de gegevens op de veiligheidsmeetsnoeren ten aanzien van
nominale spanning en stroom. Origineel met de BENNING CM 9-1 meege-
leverde snoersets voldoen aan de te stellen eisen.
- Controleer de isolatie van de veiligheidsmeetsnoeren en de meetpennen.
Beschadigde meetsnoeren direct verwijderen.
- Veiligheidsmeetsnoeren testen op correcte doorgang. Indien de ader in het
snoer onderbroken is, het meetsnoer en/of meetpen direct verwijderen.
- Voordat met de draaischakelaar
5
een andere functie gekozen wordt, die-
nen de meetsnoeren van het meetpunt te worden afgenomen.
- Storingsbronnen in de omgeving van de BENNING CM 9-1 kunnen leiden
tot instabiele aanduiding en/ of meetfouten.
8.2 Spanningsmeting
Let op de maximale spanning t.o.v. aarde.
Houd rekening met de overspanningscategorie van het circuit!
Monteer de opsteekdoppen (CAT III/ IV) op de contactpunten
voor metingen in circuits binnen de overspanningscategorie
CAT III of IV.
Gevaarlijke spanning!
De hoogste spanning die aan de contactbussen
- COM-bus
J
, zwart
- V-Ω bus (positief)
K
, voor het meten van spanningen, weerstanden en
doorgangstest, rood,
van de multimeter BENNING CM 9-1 ligt t.o.v. aarde, mag maximaal 300 V CAT
IV/ 600 V CAT III bedragen.
- Kies met de draaischakelaar
6
de gewenste instelling
V
of
V
.
- Het zwarte veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de zwart gemerkte COM-
contactbus
J
van de BENNING CM 9-1.
- Het rode veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de rood gemerkte contactbus
V-Ω
K
van de BENNING CM 9-1.
- Leg de meetpennen van de veiligheidsmeetsnoeren aan de meetpunten
van het circuit en lees de gemeten waarde af in het display
9
van de