3
Kennismaken met uw router
3
De router is ontworpen voor plaatsing op een bureau. Met het oog op praktische
bruikbaarheid lopen alle kabels via de achterzijde van de router naar uw
apparatuur. De LED’s aan de bovenzijde van de router zijn goed zichtbaar en
geven u informatie over de netwerkactiviteit en de status.
Frontpaneel
1. LED voor voeding
Als u de stroom naar de router (opnieuw) inschakelt, heeft de router enige tijd
nodig om op te starten. Wanneer de router volledig is opgestart, brandt de
LED voor voeding continu GROEN. Dit betekent dat de router klaar is voor
gebruik.
UIT
De router is UITgeschakeld
Groen
De router is INgeschakeld
Rood
De router kon niet opstarten
2. LAN status-LED’s
Deze LED’s zijn genummerd van 1 tot 4. Deze nummering correspondeert
met de nummering van de poorten aan de achterkant van de router. De LED
zal gaan branden als een computer correct wordt aangesloten op één van
de LAN-poorten aan de achterkant van de router. Een GROENE LED die blijft
branden houdt in dat er een apparaat is aangesloten dat geschikt is voor
netwerkcommunicatie. Wanneer via de poort informatie wordt verzonden,
knippert de LED snel. Een ORANJE LED geeft aan dat er sprake is van een
10Base-T-verbinding
UIT
Er is geen apparaat aangesloten
Oranje
Er is een Ethernet-verbinding tot stand
gebracht en een 10Base-T-apparaat is
aangesloten
Oranje - knippert
Een 10Base-T-apparaat is bezig met het
verzenden of ontvangen van gegevens
Groen
Er is een Ethernet-verbinding tot stand
gebracht en een 100Base-T-apparaat is
aangesloten
Groen - knippert
Een 100Base-T-apparaat is bezig met het
verzenden of ontvangen van gegevens
H
oo
fd
st
u
k
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
(1)
(4) (3)
(5)
(2)