Gebruiksaanwijzing
85
INSTELLING
TUSSENPOSITIE, VENTILATIE/KANTELEN, PROG EINDSTAND
(Tijd/ Standprogrammering)
1. De functie VAKANTIE is bevestigd. TUSSENPOSITIE verschijnt.
2. Gebruik de
+/-
toets om de looptijd naar de TUSSENPOSITIE in te stellen. De opgave
van de looptijd vindt plaats in seconden of u loopt naar de TUSSENPOSITIE met de
NEER-/OP-toets vanuit de bovenste eindstand.
3. Bevestig met
OK
. VENTILATIE/KANTELEN verschijnt.
4. Gebruik de
+/-
toets om de looptijd naar VENTILATIE/KANTELEN in te stellen. De loop-
tijd wordt opgegeven in seconden. of loop naar VENTILATIE/KANTELEN met de OP-/
NEER-toets vanuit de onderste eindstand.
5. Het menu-item VENTILATIE/KANTELEN is bevestigd. PROG EINDSTAND verschijnt.
6. Gebruik de
+/-
toets om te kiezen tussen PROG EINDSTAND, PROG TUSSENPOSITIE en
PROG VENTILATIE/KANTELEN.
7. Bevestig de keuze met
OK
.
8. De functie PROG EINDSTAND is nu ingesteld.
9.
Lees voor meer programmering verder in het menu INSTELLING.
TUSSEN-
POSITIE
VENTILATIE/
KANTELEN
PROG
EINDSTAND
PROG
TUSSEN-
POSITIE
PROG
VENTILATIE