
71
Laat andere personen, in het bijzonder
kinderen
, het
gereedschap
of de
kabel
niet aanraken.
Onderbreek het gebruik van de machine, wanneer
personen, vooral kinderen of huisdiren, in de buurt zijn en
wanneer u het werkbereik wisselt.
Overbelast de machine niet. U werkt beter en zeker met de
juiste belasting
van de machine.
Werk alleen met alle
veiligheidsvoorzieningen
op de juiste
wijze aangebracht. Verander niets aan de machine wat de
veiligheid in gevaar kan brengen.Grijp niet in het mes, er
bestaat gevaar van verwondingen!
Monteer nooit metalen snijelementen.
Het gebruik van gereedschappen en toebehoren van
een ander fabrikaat kan risico’s met zich meebrengen.
Wanneer u de machine uitschakelt, wacht u tot de stilstand
van de snijdraad en trekt dan de
netstekker uit het
stopcontact
bij:
−
Reparatiewerkzaamheden
−
Onderhouds- en reinigingswerkzaamheden
−
Verhelpen van storingen (reiniging van de draadspoel)
−
Transport en opslag
−
Verlaten van het toestel (ook bij korte onderbrekingen)
Attentie! De snijdraad loopt na!
Rem de draad niet met de
hand.
Onderhoudt
uw gazontrimmer met zorgvuldigheid:
−
Let erop dat de luchtopeningen schoon zijn.
−
Hou de
handgrepen
vrij van vet en olie.
−
Volg de
onderhoudsvoorschriften
op en de instructies
omtrent de spoelwissel.
−
Houdt de handgrepen vrij van olie en vet.
Onderzoek de machine op eventuele
beschadigingen.
−
Voor het verdere gebruik van de machine moeten alle
veiligheidsvoorzieningen
gecontroleerd worden op de
juiste montage en het goed functioneren.
−
Controleer of alle
bewegende delen
van de machine
goed functioneren en niet klemmen of beschadigd zijn.
Alle delen moeten juist gemonteerd zijn en goed
functioneren om de machine correct te laten werken.
−
Beschadigde veiligheidsvoorzieningen
en
onderdelen
moeten deskundig door een erkende
vakgarage (of fabrikant) worden gerepareerd of
vervangen, wanneer niet anders in de
gebruiksaanwijzing staat vermeld.
−
Beschadigde of onleesbare
veiligheidsstickers
dienen
te worden
vervangen
.
Als u de
machine niet gebruikt
moet u hem op een droge
plaats, buiten het bereik van kinderen opslaan.
Elektrische veiligheid
De
aansluitkabel
moet volgens IEC 60 245 (H 07 RN-F)
zijn, met een draad doorsnede van minstens:
−
1,5 mm² bij een lengte
tot
25 m.
−
2,5 mm² bij een lengte
vanaf
25 m.
Lange en dunne aansluitkabels zorgen voor een
spanningsverlies. De motor bereikt zijn maximale vermogen
niet meer, de werking van het toestel wordt minder.
Stekker
en
aansluitdozen
aan aansluitleidingen moeten uit
rubber, zacht PVc of een ander thermoplastisch materiaal
van dezelfde mechanische vastheid zijn of met dit materiaal
zijn gecoat.
De stekkervoorziening van de aansluitleiding moet
tegen
spatwater beveiligd
zijn.
Let er bij het leggen van de
aansluitkabel
op dat deze niet
stoort, bekneld raakt, geknikt wordt en de steekverbinding
niet nat wordt.
Gebruik de
kabel
niet voor doeleinden warvoor hij niet ge-
schikt is.
Bescherm
de kabel tegen
hitte, olie of scherpe
randen
. De steker niet met de kabel uit het stopcontact
trekken.
Wikkel bij gebruik van een kabeltrommel de kabel geheel af.
Controleer de
verlengkabel
regelmatig op beschadigingen
en vervang hem als hij beschadigd is.
Gebruik
geen defecte kabels
.
Gebruik alleen
toegestane
en gemerkte verlengkabels.
Maak
geen geknutselde
elektrische aansluitingen.
Veiligheidsvoorzieningen
nooit overbruggen
of buiten-
werking stellen.
Het apparaat via een
veiligheidsschakelaar
(30 mA)
aansluiten.
Elektrische aansluitingen
of
reparaties
mogen alleen
door een erkend bedrijf of een erkende
reparatiewerkplaats uitgevoerd worden. De plaatselijke
voorschriften moeten opgevolgd worden.
Reparaties
aan andere delen van de
machine
mogen
alleen door de
fabrikant
of een door hem erkende werk-
plaats uitgevoerd worden.
Alleen de originele onderdelen gebruiken. Bij het
gebruik
van niet originele onderdelen
kunnen risico’s voor de
gebruiker ontstaan. De fabrikant kan niet aansprakelijk
gesteld worden voor ongevallen hierdoor ontstaan.
Voorbereiding voor ingebruikname
L
Om de machine correct te laten functioneren moet u de
volgende aanwijzingen opvolgen
U moet het volgende doen:
beschermkap aanbrengen
Steunwiel aanbrengen
Montage van de beschermkap
Schroef de beschermkap (3) met de schroeven (17) aan de
snijkop (1).
Steunwiel monteren
Het steunwiel (4) met de schroeven (17) aan de beschermkap
vastschroeven.
B
C
Содержание RT 400
Страница 3: ...2 A B C D...
Страница 4: ...3 F E...
Страница 5: ...4 G H...
Страница 83: ...82 L L L...
Страница 84: ...83 85 A 16...
Страница 85: ...84 60 245 H 07 RN F 1 5 25 2 5 25 30 A L 3 17 1 4 17 230 230 30 A 1 5 25 6 7 E B C...
Страница 86: ...85 6 7 20 21 82 a b 1 12 2 3 10 1 11 2 3 4 5 15 1 2 9 3 180 4 5 4 C E D F G b G a...
Страница 87: ...86 L 1 2 18 13 3 14 4 5 16 19 6 9 7 15 18 20 21 H C...