39
4.
Schuif het werkstuk langzaam en recht in de richting van de
pijl. Het werkstuk wordt automatisch ingetrokken.
5.
Leid het werkstuk recht door de schaafmachine.
6.
Schakel de machine uit, als u niet meteen verder werkt.
Onderhoud en reiniging
Voor aanvang van iedere onderhouds- en
reinigingsbeurt
−
apparaat uitschakelen
−
Wachten tot de machine stilstaat
−
Neem de steker uit het stopcontact.
Verder gaande onderhouds- en reinigingswerkzaamheden dan
in dit hoofdstuk zijn beschreven, moeten door de klantenservice
worden uitgevoerd.
De in het kader van onderhoud of reiniging verwijderde
veiligheidsvoorzieningen moeten absoluut weer correct
aangebracht en gecontroleerd worden.
Gebruik alleen originele onderdelen. Andere onderdelen kunnen
onverwachte schade en verwondingen tot gevolg hebben.
Reiniging
L
Om de goede werking van de machine te behouden, moet
u het volgende in acht nemen:
Spuit het toestel niet schoon met water.
Verwijder houtkruls en stof uitsluitend met een borstel of
stofzuiger.
Spuit de hoogteverstelinrichting (5) van de vandiktetafel licht
in met onderhoudsspray of droogsmeermiddel (gebruik geen
vet).
Zorg ervoor dat de
transportrollen roest- en harsvrij
blijven.
Verwijder
harsresten
van het
oppervlak van de
tafelbladen.
L
Harsresten kunnen worden verwijderd met een
gangbare onderhouds- en verzorgingsspray.
Behandel de aanvoer-, uitloop- en vlaktafelbladen met een
dunne laag skiwax.Behandel de aanvoer-, uitloop- en
vlaktafelbladen met een dunne laag skiwax.
Verwijder regelmatig hars van de snijrol en de hierop
aangebrachte onderdelen. De kleminrichtingen, meshouders
en messen kunt u hiertoe 24 uur in paraffine, benzine of een
gebruikelijke harsverwijderaar leggen.
Schud de spaanzak goed uit. Was de stofzak bij sterke
verontreiniging of minstens eenmaal per jaar met de hand in
mild zeepsop.
Onderhoud
De
schaafmessen
zijn onderhevig aan slijtage en worden na
langdurig of regelmatig gebruik stomp.
Vervang
in dat geval de schaafmessen of laat ze slijpen.
De schaafmessen mogen slechts tot een hoogte van 15
mm nageslepen worden.
Gebruik alleen schaafmessen die geschikt zijn voor de machine
(zie "Technische gegevens")
Vervang of slijp altijd beide schaafmessen.
Vóór het vervangen of slijpen van de
schaafmessen de stekker uit het
stopcontact trekken.
Snijgevaar! Draag handschoenen bij het vervangen van
de schaafmessen.
Vervangen van de schaafmessen
1.
Stel de geleideaanslag (13) op 90° in en schuif hem over de
rand van het tafelblad.
2.
Zet de vastzethendel (46) los en schuif de mesafdekking
naar beneden van het tafelblad af.
3.
Draai de klemschroeven (34) met de meegeleverde
steeksleutel (32) in.
G1
-
G2
Als de schroeven niet zichtbaar zijn, moet u de snijrol (47)
voorzichtig draaien met een stuk afvalhout.
4.
Neem het mes (33) uit.
G3
5.
Reinig alle onderdelen, ook de mesgleuven in de snijrol.
6.
Breng een nieuw of geslepen mes aan.
7.
Breng het mes in de juiste positie:
-
Leg de instelmal (53) voor schaafmessen op het
afnametafelblad.
-
Druk de instelmal stevig op het afnametafelblad. Let er
hierbij op dat de rand van de instelmal gelijk ligt met de
rand van het afnametafelblad.
G4
-
De instelmal drukt het mes nu in de juiste positie.
-
Draai de klemschroeven weer vast.
Ga hierbij van binnen naar buiten te werk.
8.
Vervang ook het andere mes van de snijrol.
9.
Schuif de mesafdekking weer over de snijrol.
Onderhoud aan het drijfwerk
Doe om de ca. 50 bedrijfsuren het volgende:
1.
Neem de drijfwerkafdekking (48) af.
2.
Verwijder houtstof en spanen met een stofzuiger of een
kwast.
3.
Spuit de rollenketting (44) en de lagers van de riemrol en -
schijf (pijlen) licht in met een onderhoudsspray.
Gebruik geen vet!
4.
Breng de drijfwerkafdekking weer aan.