38
3.
Let erop dat de afzuigslang en spaanzak goed aangebracht
zijn.
Vlakschaven en voegen van werkstukken
Instellen van de geleideaanslag
1.
Zet de vastzethendel (12) los
Wanneer u de vastzethendel niet voldoende kunt draaien,
trekt u de hendelkop uit en draait u deze terug.
2.
Draai de geleideaanslag in de gewenste hoek, die u op de
hoekschaal (40) kunt aflezen. Let erop dat de onderkant van
de geleideaanslag bij het zwenken over de tafelrand loopt.
E8
3.
Trek de vastzethendel (12) weer aan.
Instellen van de schaafdiepte
1.
Draai aan de stelschroef voor de snijdiepte (29).
2.
Op de snijdiepteschaal (45) kunt u de snijdiepte aflezen.
Instellen van de mesafdekking
E10
-
E12
1.
Leg het werkstuk tegen de geleideaanslag.
2.
Maak de vastzetklem voor de mesafdekking (46) los.
3.
De arm van de mesafdekking kan ingesteld worden door de
stelschroef (30) te draaien.
4.
Bij vlakke werkstukken (< 75 mm):
schuif de mesafdekking (23) tot aan de geleideaanslag (13)
en breng de mesafdekking overeenkomstig de werkstukdikte
omhoog. Draai de regelschroef (30).
Schuif het werkstuk iets onder de mesafdekking en laat de
mesafdekking op het werkstuk zakken.
5.
Bij hoge werkstukken (> 75 mm):
laat de mesafdekking tot op het tafelblad en tot aan het
werkstuk zakken.
E12
Vlakschaven
1.
Zet de motor aan.
2.
Schuif het werkstuk over het aanvoertafelblad.
E13
3.
Houd uw vingers hierbij gesloten en voer het werkstuk met
de vlakke hand over het aanvoertafelblad.
4.
Druk het werkstuk bij het schaven van smalle zijden
(voegen) met twee gesloten vuisten tegen de aanslag en het
tafelblad en schuif het over het aanvoertafelblad.
E14
5.
Gebruik voor het vlakschaven en voegen van korte werk-
stukken de duwstok (31).
E15
6.
Oefen eerst op het afnametafelblad druk op het werkstuk uit.
7.
Schakel de machine uit, als u niet meteen verder werkt.
Aanschuinen
E16
1.
Leg het werkstuk tegen de schuin geplaatste aanslag.
2.
Stel de mesafdekking zodanig in dat ze het werkstuk net
raakt.
3.
Druk het werkstuk met uw linkerhand, met een gesloten
vuist, tegen de aanslag en het afnametafelblad. Schuif het
werkstuk met uw gesloten rechterhand over het
aanvoertafelblad.
4.
Schakel de machine uit, als u niet meteen verder werkt.
Vandikteschaven
Het vandikteschaven wordt toegepast om een werkstuk met een
reeds vlak geschaafd oppervlak dunner te schaven.
Hierbij wordt het werkstuk door de schaafmachine geleid en op
het oppervlak bewerkt. Het reeds vlak geschaafde oppervlak ligt
op het vlaktafelblad. De aanvoerrichting is tegenovergesteld aan
de aanvoerrichting bij het vlakschaven, d.w.z. van links naar
rechts.
L
Bij het vandikteschaven ontstaat aan het begin en aan het
einde een uitstekend gedeelte op het werkstuk. Zaag het
werkstuk daarom pas na het schaven op lengte.
Voorbereidingen:
Vóór instelwerkzaamheden de netsteker uit
het stopcontact nemen.
Aanbrengen van de stofafzuiginrichting
F1
1.
Zet de vastzethendel (46) los en schuif de mesafdekking
naar beneden van het tafelblad af.
2.
Stel de geleideaanslag (13) op 90° in en schuif hem over de
rand van het tafelblad.
3.
Plaats de afzuigkap (27) op de vlakplaat. Schuif de twee
bevestigingsclips in de gleuven van het tafelblad.
4.
Let erop dat de afzuigslang en spaanzak goed aangebracht
zijn.
Vandikteschaven
F2
-
F3
1.
Let erop dat de hendel voor de vandiktebankinstelling (35)
zich in de bovenste positie bevindt.
2.
Stel de schaafdikte in.
E2
-
E3
L
De machine kan in één keer maximaal 2 mm
afschaven. Stel deze afmeting echter alleen in bij:
-
zeer scherpe schaafmessen,
-
zacht hout
-
een werkstukbreedte die kleiner dan de maximale
werkstukbreedte is
3.
Zet de motor aan.