NL 31
GEBRUIK
Culisensor
Als de culisensor is aangesloten, wordt het culisensorscherm weergegeven
en wordt naast de tijd een klein culisensorpictogram afgebeeld. De oven
verwarmt totdat de ingestelde kerntemperatuur van het gerecht is bereikt.
De culisensor geeft de kerntemperatuur aan.
1. Verwijder het rubberen dopje van het aansluitpunt (rechter
bovenhoek in de ovenruimte).
2. Steek de stekker van de culisensor in de aansluiting en steek de
culisensor volledig in het gerecht.
Op de display worden het culisensorscherm en -pictogram
weergegeven.
3. Stel de functie en de temperatuur in. U hoeft geen tijd in te stellen;
in plaats daarvan stelt u de kerntemperatuur in (tussen 30-100 °C).
4. Start het programma door op de bevestigingstoets te drukken.
• Tijdens het koken wordt de stijgende temperatuur van de kern
weergegeven (de gewenste kerntemperatuur kan tijdens het
kookproces worden aangepast).
• Het kookproces eindigt wanneer de ingestelde kerntemperatuur is
bereikt. Er klinkt een geluidssignaal dat u kunt uitschakelen door
op een willekeurige toets te drukken. Het geluidssignaal wordt
na één minuut automatisch uitgeschakeld. De huidige tijd wordt
weergegeven op de display.
Plaats de metalen sonde van de culisensor altijd helemaal in het
gerecht.
Let op! Plaats na het kookproces het rubberen dopje terug op de
culisensoraansluiting.
Gebruik alleen de sonde die bestemd is voor gebruik in uw
oven. Zorg ervoor dat de sonde niet in aanraking komt met het
verwarmingselement tijdens het kookproces. Na het koken is de
thermometersonde erg heet. Wees voorzichtig om brandwonden te
voorkomen.