49
8. Montage van het grondanker
Kies een locatie waar de droogmolen vrij kan draaien. U kunt het grondanker,
afhankelijk van de aard van de bodem, in de grond draaien of bevestigen met
beton.
1. Verwijder de transportbescherming van het puntje van de indraai-grondanker
(zie
fig. E
).
2. De beschermkappen
4
van het deksel
5
verwijderen.
3. Het deksel in de houder aan het grondanker inhaken
8
totdat het vast klikt
(zie
fig. F
).
8.1 Het grondanker indraaien
Het grondander kan U tot op grondniveau indraaien door middel van het
meegeleverde gereedschap
3
en
7
.
1. De beide beschermkappen
4
op de uiteinden van de alu-buis
7
(zie
fig. G
)
zetten.
2. Steek de alu-buis
7
door de bovensten openingen van het indraai
gereedschap
3
.
3. Het afstandstuk
6
in het grondanker
8
zetten en kompleet naar onder
schuiven (zie
fig. F
).
4. Het indraai gereedschap in het grondanker inzetten en draai het grondanker,
in de richting van de klok, in de grond, totdat de bovenste rand met de grond
gelijk is.
5. Het indraai gereedschap en eventuele aarde uit het grondanker verwijderen.
6. De droogmolen met de standbuis, tot de pijlmarkering op de standbuis
10
,
in het grondanker steken en controleer met een waterpas de loodrechte stand
van de droogmolen (zie
fig. H
).
U kunt de droogmolen nu gebruiken.
8.2 Indraai grondanker met beton fixeren
Wanneer U de droogmolen, op een locatie met een zanderige of stenige
ondergrond, wenst te gebruiken dan moet U het grondanker in beton fixeren,
zodat uw droogmolen stevig staat.
1. Met een spade of schop een gat met een diameter van ongeveer 40 cm en een
diepte van 30 cm graven (zie
fig. H
).
2. Wikkel rond de onderkant van het grondanker
8
krantenpapier zodat de
gaten
18
dicht zijn. De gaten vullen zich op deze wijze niet met beton en
zorgen later voor de afvoer van water uit het grondanker.
NL
BE