Aquacontrol SL3 Deluxe Wi-Fi, Руководство пользователя

Страница: 111 / 177

111
5.2.2 Onderhoud aan elektroden
• Het pH-gevoelige membraanglas moet voorzichtig worden behandeld en
beschermd tegen beschadiging.
• De interne referentieoplossing van de glaselektrode moet het binnenoppervlak van
het membraanglas bedekken. De sondes moeten door visuele inspectie worden
gecontroleerd op ingesloten luchtbellen. Als er luchtbellen zijn, kunnen deze
worden verwijderd door het apparaat naar beneden te schudden (zoals bij een
koortsthermometer).
5.2.3 Reiniging van de elektroden
Als vuil op het glasmembraan niet met een zachte, vochtige doek kan worden
verwijderd, kunnen de volgende reinigingsmiddelen worden gebruikt.
Algemene afzettingen: Niet-schurend, huishoudelijk reinigingsmiddel
Kalk- of metaalhydroxide: Verdund zoutzuur (ca. 0,1%-3%) / 1-5 min
Oliën en vetten: Oplosmiddelen, zoals alcohol en aceton
Biologische lagen: Oplossing van verdund zoutzuur en pepsine/een paar uur; om
elektroden met een kunststof schacht te reinigen, mogen geen oplosmiddelen (zoals
aceton) worden gebruikt, omdat ze daardoor kunnen worden aangetast.
In principe moet na elke reiniging voldoende worden gespoeld.
Als het keramische diafragma aan de zijkant van het referentiesysteem is geblokkeerd,
kan het op dezelfde manier worden gereinigd als het glazen diafragma en eventueel
ook door voorzichtig schrapen met een vingernagel, een scheermesje of een fijne vijl.
Het glasmembraan mag daarbij beslist niet bekrast raken.
5.2.4 Kalibratie
pH-sonde
De kalibratie gebeurt zoals beschreven in de gebruiksaanwijzing (apparaatdeel). Mocht
de afwijking te hoog zijn of verkeerd, dan moet de elektrode worden vervangen.
Rx-sonde
De test van de Rx-sonde gebeurt met behulp van de bufferoplossing Rx 475 mV. Als de
afwijking van de gemeten waarde te groot is (40 mV), dan moet de elektrode worden
vervangen. Let op: Rx-sondes zijn in de fabriek gekalibreerd.