• Pompwerking en ruimteverwarming
Pompen (1.7) en (10) worden actief bij een verzoek voor het verwarmen van de A en/of B. De pomp (23.1) wordt actief
wanneer de kamertemperatuur van Zone B lager is dan het ingestelde instelpunt in het bedieningspaneel. De buitenunit
wordt actief om de beoogde waterlooptemperatuur te bereiken.
FHLn
FHL2
FHL1
• De installateur is verantwoordelijk voor de werking en configuratie van het watercircuit ter plaatse.
• We bieden alleen een regelfunctie voor een dubbel instelpunt. Met deze functie kunnen 2 instelpunten worden
gegenereerd. Afhankelijk van beoogde watertemperatuur (vloerverwarmingscircuits en/of ventilatorconvectoren zijn
vereist) kan het eerste instelpunt (ingesteld in het bedieningspaneel) of het tweede instelpunt worden geactiveerd. Zie
“10.7 Veldinstellingen / TEMP. TYPE INSTELLING”
.
19
OPMERKING
1
1.1
1.2
1.3
1.4
1.5
1.6
1.7
2
3
Assemblage-unit
Assemblage-unit
Codering
Codering
FHL 1…n
4
6
Buitenunit
Manometer
Overdrukklep
Expansievat
Platenwarmtewisselaar
Ontluchtingsventiel
Stroomschakelaar
P_i: Circulatiepomp in het apparaat
Y-filter
Stopklep (niet meegeleverd)
Bedrade controller
Aftapkraan (niet meegeleverd)
7
8
8.1
8.2
9
10
11
17
23
23.1
Vulklep (niet meegeleverd)
Balanstank (niet meegeleverd)
Ontluchtingsventiel
Aftapkraan
Expansievat (niet meegeleverd)
P_o: Buitencirculatiepomp (niet meegeleverd)
Collector/distributeur (niet meegeleverd)
Vloerverwarmingscircuit (niet meegeleverd)
5B
Kamerthermostaat voor Zone 2 (niet meegeleverd)
Omloopklep (niet meegeleverd)
Mengstation (niet meegeleverd)
P_c: Zone 2 pomp (niet meegeleverd)
FCU 1...n Ventilatorconvectoren (niet meegeleverd)
23.2
SV3: 3-wegklep (niet meegeleverd)
24
Tw2: Zone 2 waterlooptemp. (apart verkrijgbaar)
5A
Kamerthermostaat voor Zone 1 (niet meegeleverd)
2 3
6 7
8.1
8.2
8
10
9
11
11
FCUn
FCU2
FCU1
17
4
23.1
23
23.2
24
A
B
1
1.5
1.4
1.2
1.3
1.7
1.6
1.1
• Het volume van de balanstank(8) moet groter zijn dan 40 L. De afvoerklep (6) moet op de laagste positie van het
systeem worden geïnstalleerd.
• Aangezien de in het bedieningspaneel gekoppelde temperatuursensor wordt gebruikt voor het detecteren van de
kamertemperatuur, moet bedieningspaneel (4) in een ruimte worden geplaatst waar de vloerverwarmingscircuits
en ventilatorconvectoren zijn geïnstalleerd en uit de buurt van de verwarmingsbron. De juiste configuratie moet
worden toegepast in het bedieningspaneel (zie
“10.7 Veldinstellingen / TEMP. TYPE INSTELLING
). Het eerste
instelpunt is de watertemperatuur die kan worden ingesteld op de hoofdpagina van het bedieningspaneel; het
tweede instelpunt wordt berekend op basis van klimaat-gerelateerde curve; de beoogde uitlaatwatertemperatuur is
de hoogste van deze twee instelpunten. Het apparaat schakelt zich uit wanneer de kamertemperatuur de beoogde
temperatuur bereikt.
• Kies een installatieplaats die voldoet aan de volgende condities en waarmee uw klant akkoord gaat.
- Plaatsen die goed geventileerd zijn.
- Plaatsen waar het apparaat buren niet stoort.
- Veilige plaatsen die berekend zijn op het gewicht en trilling van het apparaat en waar het apparaat waterpas staat.
- Plaatsen waar er geen mogelijkheid is van lekken van brandbaar gas of producten.
- De apparatuur is niet bedoeld voor gebruik in een mogelijk explosieve omgevingslucht.
- Plaatsen waar genoeg ruimte is voor onderhoud.
- Plaatsen waar de lengten van leidingen en bedrading binnen de toelaatbare bereiken vallen.
- Plaatsen waar water dat uit het apparaat lekt geen schade kan veroorzaken aan de locatie (bijvoorbeeld in het geval van
een geblokkeerde afvoerleiding).
- Plaatsen waar regen zoveel mogelijk kan worden vermeden.
- Installeer het apparaat niet op plaatsen die vaak worden gebruikt als werkruimte. Bij bouwwerkzaamheden (bijvoorbeeld
slijpen enz.) waar veel stof wordt gemaakt, moet het apparaat worden afgedekt.
- Plaats geen voorwerpen of apparatuur bovenop het apparaat (bovenplaat).
- Klim, zit en sta niet op het apparaat.
- Zorg ervoor dat voldoende voorzorgsmaatregelen worden genomen in geval van lekkage van koelmiddel volgens de
relevante lokale wet- en regelgeving.
- Installeer het apparaat niet in de buurt van de zee of op plaatsen waar corrosiegas aanwezig is.
• Bij het installeren van het apparaat op een plaats die is blootgesteld aan sterke wind, moet speciale aandacht worden
besteed aan het volgende.
Содержание AW-WHPMA18-H93
Страница 2: ......
Страница 78: ...NOTE...
Страница 154: ...REMARQUE...
Страница 230: ...HINWEIS...
Страница 306: ...OPMERKING...
Страница 382: ...NOTA...
Страница 458: ...NOTATKI...
Страница 459: ...NOTATKI...