42
6. Montage
6.1 Stroomvoorziening
Controleer voordat u met de installatie begint of de netspanning en de opgegeven
bedrijfsspanning op de camera overeenkomen.
(1) TVCC20000, TVCC20010, TVCC20020,
TVCC20030, TVCC20040
(2) TVCC20510, TVCC20520, TVCC20530,
TVCC20540
(1)
TVCC20000, TVCC20010, TVCC20020, TVCC20030 en de TVCC20040 beschikken over
een 12VDC aansluiting.
Om een 12VDC netstekkervoeding (DC aansluiting 5.5mm x 2.1mm) aan de camera aan
te sluiten, moet eerst de meegeleverde adapterkabel (
) aan de camera worden
aangesloten. Hiervoor worden de stiften ingedrukt en de kabeleinden in de klemmen
ingevoerd.
(2)
TVCC20510, TVCC20520, TVCC20530 en de TVCC20540 beschikken over een
110~240VAC aansluiting (voorgeïnstalleerde kabel).
6.2 Montage van het objectief
De camera is ontworpen voor gebruik met objectieven met een CS aansluiting. Een
objectief met een C aansluiting kan worden gemonteerd met behulp van de
meegeleverde adapterring.
Controleer vóór het monteren van een objectief met C aansluiting of de adapterring
op de camera gemonteerd is omdat anders de CCD/CMOS beeldopnemer tijdens de
montage beschadigd kan raken.
Voor objectieven met DC diafragma bevindt de aansluiting voor de objectiefkabel
zich aan de rechterkant van de camera. De camera herkent het type objectief
automatisch. Voor optimale beeldkwaliteit wordt een objectief met DC
diafragmabesturing aangeraden.