45
Nederlands
6. Installatie
6.1 Opbouw van de installatie
Zet eerst de DIP-schakelaar 1 van het apparaat dat met de netwerkcamera verbonden is in de stand
OFF. Verbind de IP-camera met een netwerkkabel aan het apparaat.
Gebruik alleen de meegeleverde netadapters voor de installatie van de apparaten.
Verbind nu afhankelijk van het soort apparaat de beide apparaten met een coaxkabel (RG59) of een
tweedraads- resp. telefoonleiding (getwiste tweedraadsleiding, minstens AWG24).
Verbindingsopbouw tweedraadsleiding
1. De „LINK”-LED’s van beide apparaten knipperen tegelijkertijd. Een gegevensverbinding wordt
opgebouwd.
2. Beide „LINK”-LED’s branden permanent. Een verbinding is tot stand gekomen.
Let op:
Houd er rekening mee dat bij samengevoegde kabels tijdens de overdracht verliezen
kunnen ontstaan.
Let op:
Houd er rekening mee dat het verbinden maximaal 30 seconden kan duren.