6
NL
DISPLAY
KLOK/WEKKERSYMBOOL
HYPO/HYPER
DRUPPELSYMBOOL
VERKEERDETEMPERA-
TUURSYMBOOL
HOOFDSCHERM
MEETEENHEID
TIJD
GEMIDDELDE
DATUM
MARKERINGSSYMBOLEN
GEHEUGEN (MEM)
BATTERIJ
LAAG-SYMBOOL
CONTROLE (CTL)
NFC-SYMBOOL
GLUCOSESYMBOOL
KETONENSYMBOOL
GEHEUGEN (MEM):
Geeft aan dat u het geheugen gebruikt (§6).
KLOK/WEKKERSYMBOOL: “klok” verschijnt bij het instellen van de tijd (§7.1);
“wekker” verschijnt bij het instellen van geluidsignalen
en wordt weergegeven als er een wekker aan is (§7.2).
HYPO/HYPER:
Verschijnen bij instellen van de drempelwaarden voor
hypoglykemie en hyperglykemie en als uw testresulta-
ten onder of boven deze waarden vallen (§7.4).
DRUPPELSYMBOOL:
Knippert om aan te geven dat de meter klaar is voor
het testen met bloed of controlevloeistof (§4.2, 4.3,
5.2, 5.3).
HOOFDSCHERM:
Weergave van testresultaten, opgeslagen testwaar-
den, gemiddelde resultaten en meldingen.
MEETEENHEID:
Toont de meeteenheid van uw meter (mg/dL of
mmol/L voor glucose, kan niet gewijzigd worden;
alleen mmol/L voor β-ketonen).
TIJD:
Toont de tijd (HH:MM, 12H AM/PM of
24H-formaat).
GEMIDDELDE:
Toont de periode m.b.t. het weergegeven gemiddel-
de (1, 7, 14, 30, 60 of 90 dagen – §6.2).
DATUM:
Toont de datum (DD-MM-formaat).
MARKERINGSSYMBOLEN: Weergegeven bij markeren van een testresultaat
(§4.4) of bekijken van een gemarkeerd resultaat.
2. Onder
delen v
an het systeem