2
NL
INHOUDSOPGAVE
1. BEDOELD GEBRUIK
4
2. ONDERDELEN VAN HET SYSTEEM
4
2.1 Meter
4
2.2 Teststrip
7
3. VOORDAT U GAAT TESTEN
8
3.1 Waarschuwing voor het gebruik van de meter
8
3.2 Waarschuwing voor het gebruik van de teststrips
9
4. METEN VAN UW BLOEDGLUCOSEWAARDE
9
4.1 Bloedmonster prikken
9
4.1.1 Testen op alternatieve prikplaatsen
(Alternative Site Testing, AST)
10
4.2 Testen van uw bloedglucose
11
4.3 Glucose-controlevloeistoftest
12
4.4 Markeren van testresultaten
15
5. METEN VAN UW BLOEDKETONENWAARDE
16
5.1 Bloedmonster prikken
16
5.2 Testen van uw bloedketonenwaarde
16
5.3 β-ketonen-controletest
17
6. BEHEER VAN UW TESTRESULTATEN
20
6.1 Vroegere glucoseresultaten teruglezen
20
6.2 Gemiddelde glucoseresultaten weergeven
20
6.3 Vroegere ketonenresultaten teruglezen
21
6.4 Dataverzending
22
6.4.1 NFC-verzending
22
Inhoudsopga
ve