3
2.2 Afmetingen
Afmetingen in mm
3. INSTALLATIE
De verwarmer dient in een technische ruimte (geventileerd, zonder vochtigheidssporen en zonder
opgeslagen onderhoudsproducten voor zwembaden) geïnstalleerd te worden in de nabijheid van het
zwembadfilter. Het dient aan de muur bevestigd te worden door middel van 4 schroeven (zie
bevestigingspunten op de achter-aanzicht §2.2).
4. AANSLUITINGEN
4.1 Hydraulische aansluiting
De verwarmer dient in lijn aangesloten te worden op het opvoercircuit van het zwembadwater achter het
filterblok met een waterdebiet van minimaal 5 m
3
/uur en van maximaal 22 m
3
/uur. Een by-pass montage
voorzien als de filtering hoger is dan 22 m³/uur of met het oog op een makkelijker onderhoud van het
apparaat.
Er zijn 1/2 koppelstukken (Ø50 binnenring vrouwelijk en Ø63 buitenring mannelijk) voorzien voor de
aansluiting op het filtercircuit met PVC leidingen van Ø50 of Ø63.
Opgelet:
met een Ø63 zwembadcircuit, zorg voor een verbindingsmof (Ø63 binnenring) om het
apparaat aan te sluiten.
Aanbevolen montage:
indien mogelijk vindt de verbinding van de verwarmer plaats zodat deze de
filtering m.b.t. de filtratie of het zwembad aanstuurt.
De stromingsrichting:
de verwarmer is berekend op een waterstroom van links naar rechts. Indien
nodig kan de richting van de waterstroom worden omgekeerd met behulp van de volgende wijzigingen:
-verwissel de digitale thermostaatsonde en de beveiligingsthermostaat. De thermostaatsonde moet
beslist aan de ingang van de verwarmer en de beveiligingsthermostaat aan de uitgang van de
verwarmer worden geplaatst.
- draai het geheel van de twee 2 elleboogs de debietschakelaar een halve slag:
-Proefdruk van het hydraulisch circuit: 4 bars
-Bedrijfsdruk van het hydraulisch circuit: 2 bars
De verwarmer dient verplicht geïnstalleerd te worden vóór welk waterbehandelingssysteem ook.
600
Ø63
160
±2 mm
800
385
60
±2 mm
143
Ø50
50
280
±2 mm
70
495
±2 mm
Achteraanzicht
Debietregelaar
Elleboogstuk
Elleboogstuk
NL
I