1
67
RS 145 E
M
N
E
O
P
Controleer na het ontsteken van de kachel altijd of de verbrandingskamer
goed recht staat, door deze aan de handgreep
even naar links en rechts te
schuiven (fig. E). Dit moet soepel gaan. Als de verbrandingskamer ongelijk
staat, leidt dit tot rook- en roetontwikkeling.
D
HET REGELEN VAN DE VLAM
Na het ontsteken van de kachel duurt het 10 à 15 minuten voordat de vlam zichtbaar is
bovenin de verbrandingskamer. Pas dan kunt u controleren of de vlam goed is. Op de
pagina naast het uitvouwblad kunt u zien hoe hoog uw kachel minimaal en maximaal
mag branden (fig. T). Een te hoge vlam kan rook- en roetvorming veroorzaken, terwijl
een te lage verbranding tot geurontwikkeling leidt.
U kunt de vlam instellen met de vlamregelaar
(fig. M).
Als de verbranding ook na het regelen te laag blijft, moet de koushoogte
worden bijgesteld
(zie hoofdstuk G).
Een te lage verbranding kan ook ontstaan door:
te weinig brandstof
(vul de tank)
slechte brandstof
(raadpleeg uw dealer)
te weinig ventilatie
(zet een raam of deur op een kier)
slijtage van de kous
(raadpleeg uw dealer, of vervang de kous,
zie hoofdstuk O
)
E
HET UITZETTEN VAN DE KACHEL
Laat de kachel ± een minuut branden op een lage stand (fig. N). Draai vervolgens
de vlamregelaar
naar links tot aan de aanslag. De vlam zal dan vanzelf na enige
tijd doven.
In noodgevallen schakelt u de kachel uit door de beveiligingstoets
in te
drukken (fig. O).
F
DE FUNCTIE VAN DE E-GUARD
De E-guard waakt voor u over het brandstofpeil. Als u een rood lampje in het
informatiedisplay ziet knipperen, dient u de kachel uit te zetten en de wisseltank
te vullen. Het knipperen gaat gepaard met een geluidssignaal.
G
HET VERSTELLEN VAN DE KOUSHOOGTE
Na verloop van tijd is de vlam niet meer hoog genoeg
(hoofdstuk D)
. In dat geval
kunt u de koushoogte verstellen om de verbranding te verbeteren. Hiervoor dient de
kachel uit te zijn. U gaat als volgt te werk:
Druk de beveiligingstoets
in (fig. O).
Trek de knop van de vlamregelaar
van de kachel, zodat de koushoogte-
vergrendeling
zichtbaar wordt.
Neem de plastic ring tussen duim en wijsvinger en trek deze naar voren. Draai
de ring één stap hoger naar stand 2 of 3 (fig. P). Druk de ring voorzichtig aan,
zodat de uitsparing weer om het palletje sluit.
3
2
1
☞
☞
☞