42
NL
toestel ingeschakeld wordt.
Voor het gebruik van de tijdschakelklok gaat
men als volgt te werk:
Aan/uit tijdschakelklok
De functie tijdschakeling aan/uit wordt in-
gesteld met behulp van de toetsen T-ON en
T-OFF. Om het toestel om een bepaalde tijd
te laten inschakelen terwijl het uitgeschakeld
staat, drukt u op de T-ON toets en stelt u
met stapjes van een half uur het gewenste
inschakeltijdstip in. Het toestel schakelt in
wanneer u de geprogrammeerde tijdspanne
ingevoerd heeft die in het geheugen van het
toestel opgeslagen wordt.
Om het toestel op een bepaalde tijd te laten
uitschakelen terwijl het in bedrijf is, gaat u
op dezelfde wijze te werk door de T-OFF
toets herhaaldelijk in te drukken totdat het
gewenste tijdstip bereikt is.
5. Nachtprogramma Sleep
De functie Sleep, die bij Koeling of Ver-
warming gebruikt kan worden, is een
programma dat de ruimtetemperatuur ‘s
nachts regelt.
Koelen
In de functie sleep tijdens het koelen werkt het
toestel in de volgende fasevolgorde: -2.
Fase
Het toestel werkt in de koelfunctie
totdat het instelpunt van de ruim-
tetemperatuur bereikt is.
Fase 2
Nadat het instelpunt van de
ruimtetemperatuur bereikt is,
werkt het toestel in de koelfunctie
teneinde de ruimtetemperatuur
gedurende een uur binnen de
grenzen van het instelpunt, +
tot +2°C, te houden.
Verwarming
In de functie sleep tijdens het verwarmen
werkt het toestel in de volgende fasevolg-
orde: 2-.
Fase
Het toestel werkt in de verwar-
mingsfunctie totdat het instelpunt
van de ruimtetemperatuur bereikt
is.
Fase 2
Nadat het instelpunt van de ruim-
tetemperatuur bereikt is, werkt het
toestel in de verwarmingsfunctie
teneinde de ruimtetemperatuur
gedurende een uur binnen de
grenzen van het instelpunt, - tot
-2°C, te houden.
Optimale werking
Temperatuurvoorkeuze instellen
Stel de temperatuurvoorkeuze in om een
aangename temperatuur in de het vertrek
te creëren.
Niets onder het binnentoestel zetten
De binnenunit kan water lekken als het
vochtgehalte hoger dan 80% of het afvoer-
systeem verstopt is.
Het toestel uitschakelen als het gedu-
rende langere tijd niet gebruikt wordt
Wanneer het toestel ingeschakeld is, blijft
het wat stroom gebruiken ook al werkt het
toestel niet.
Haal de stekker uit het stopcontact om
energie te besparen.
Geen ramen of deuren openen wanneer
het toestel ingeschakeld is
Het koelvermogen van het systeem kan hier
nadelig door beïnvloed worden.
Elektronische apparaten op minstens 1
m afstand plaatsen
Er kunnen storingen in het beeld of geluid
van televisies of audioapparatuur veroor-
zaakt worden.
De luchtstroom niet rechtstreeks op
huisdieren of planten richten
Hierdoor kan letsel veroorzaakt worden.
Oplossen van problemen
Let op
- Werkt het toestel op een abnormale wijze
(bijvoorbeeld stank), schakel het dan uit
en waarschuw de technische dienst.
- Probeer niet zelf de airconditioner te re-
pareren, omdat een verkeerde reparatie
onherstelbare schade aan het toestel
kan veroorzaken; neem contact op met
de technische dienst, zodat zij het voor u
repareren.
De volgende punten controleren alvorens contact met de technische dienst op te nemen
Probleem
Oorzaak
Oplossing
Het toestel werkt niet.
Het staat uit of er is een zekering kapot
Uitgeschakeld
Stekker niet in het stopcontact
Batterijen in de afstandsbediening zijn leeg
Toestel buiten bereik van de afstandsbediening
Zet het aan of vervang de zekering
Schakelt in als er spanning is
Steek de stekker goed in het stopcontact
Vervang de batterijen
Zorg dat de afstand niet meer dan 8 meter is
Het systeem stopt tijdens het inschakelen
De luchtinlaten of –uitlaten zijn verstopt
Verwijder het obstakel
Het koel- en verwarmingsvermogen zijn niet geschikt.
De luchtinlaten of –uitlaten zijn verstopt
Slechte temperatuurvoorkeuze
Lage ventilatorsnelheid
Richting van de lucht is verkeerd
Open ramen of deuren
Het directe zonlicht valt op het toestel
Veel mensen in de ruimte
Veel warmtebronnen
Het luchtfilter is vuil
Verwijder het obstakel
Stel de geschikte temperatuur in
Stel een hoge ventilatorsnelheid in
Zorg dat de uitblaasornamenten juist gericht zijn
Maak deze dicht
Doe het gordijn of de luxaflex dicht
Stel een andere temperatuur in
Stel een andere temperatuur in
Reinig het filter
Nota:
Indien de problemen, nadat u deze punten gecontroleerd heeft, aanhouden, neem dan contact op met de technische dienst.
