83
NL
O O R S P R O N K E L I J K E I N S T R U C T I E S
Controleer voor gebruik of het netsnoer en het verlengsnoer beschadigd of versleten zijn. Als het netsnoer tijdens het gebruik is
beschadigd, koppel het dan van de directe voeding los. RAAK HET NETSNOER NIET AAN VOORDAT DE VOEDING IS LOS-
GEKOPPELD. Gebruik het tuingereedschap niet als het netsnoer beschadigd of versleten is.
Gebruik
Maai alleen bij daglicht of goed kunstlicht. Onjuiste verlichting van de werkplek kan ongelukken veroorzaken.
Gebruik het tuingereedschap bij voorkeur niet wanneer het gras nat is.
Zorg ervoor dat u op een helling of op nat gras altijd stevig staat.
Loop altijd rustig, nooit te snel.
Maai altijd dwars op een helling, nooit naar boven of naar beneden Het is dan eenvoudiger om het tuingereedschap te bedienen.
Ga altijd uiterst voorzichtig te werk bij het veranderen van richting op een helling.
Maai geen bijzonder steile hellingen.
Ga uiterst voorzichtig te werk bij het achteruitlopen of bij het trekken van het tuingereedschap.
De snijmechanisme moet stilstaan als u het tuingereedschap voor het vervoer moet kantelen, als u rijdt over een plaats waar geen
gras groeit en als u het tuingereedschap verplaatst naar een plaats waar u wilt maaien.
Gebruik het tuingereedschap nooit met defecte veiligheidsvoorzieningen of afschermingen of zonder veiligheidsvoorzieningen
zoals stootbescherming en/of grasvanger.
Schakel de motor in zoals in de gebruiksaanwijzing beschreven en let erop dat uw voeten ver genoeg van ronddraaiende delen
verwijderd zijn.
Kantel het tuingereedschap bij het starten of aantrekken van de motor niet, behalve wanneer dit nodig is voor het kantelen bij het
starten. Til in dit geval de van de bediener afgewende zijde door het omlaagduwen van de hendel niet verder dan nodig omhoog.
Start het tuingereedschap niet terwijl u in de uitworpzone blijt. Als het tuingereedschap alleen met de grasbak werkt, moet de bak
altijd goed worden geïnstalleerd voordat met werk wordt gestart.
Breng handen en voeten niet in de buurt van of onder ronddraaiende delen. Zorg ervoor dat het uitstortopening niet verstopt is.
Controleer het vulniveau van de grasbak, vermijd overvulling van de grasbak.
Verplaats het tuingereedschap niet met draaiende motor.
Stop het tuingereedschap en trek de stekker uit het stopcontact. Zorg ervoor dat alle ronddraaiende delen stilstaan.
Stop het tuingereedschap en verwijder de blokkering. Zorg ervoor dat alle ronddraaiende delen stilstaan
- altijd wanneer u zich van het tuingereedschap verwijdert,
- vóór het reinigen of verwijdering van het uitstortgat,
- als u het tuingereedschap controleert, reinigt of eraan werkt
- na het raken van een voorwerp. Controleer het tuingereedschap onmiddellijk op beschadigingen en laat het indien nodig repareren.
Als het tuingereedschap op een ongewone manier begint te trillen (onmiddellijk controleren)
- op beschadiging,
- vervang of repareer beschadigd onderdeel,
- controleer en draai de losse onderdelen vast.
Onderhoud en opslag
Controleer of alle moeren, bouten en schroeven vastzitten, zorg dat een veilige toestand van het tuingereedschap is gewaarborgd.
Controleer de grasbak regelmatig op toestand en slijtage. In de grasbak kunnen voorwerpen raken die door het blad zijn gevan-
gen. Het kan grasbak beschadigen.
Wees voorzichtig bij tuingereedschap voorzien van meerdere messen, de rotatie van een snijblad de rotatie van andere bladeren
kan veroorzaken.
Wees voorzichtig bij de instelling van het tuingereedschap, vermijd dat de vingers tussen de ronddraaiende messen en vaste
onderdelen raken.
Laat altijd het gereedschap dat het afkoelt voordat het opnieuw wordt gestart.
Wees altijd voorzichtig bij het bedienen van de messen zelfs als de aandrijving stilstaat die kunnen altijd roteren. Wacht altijd tot
de messen absoluut stilstaan voordat verder wordt gewerkt.
Vervang versleten en beschadigde onderdelen om de veiligheid te waarborgen. Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen.
Aanbevelingen voor het gereedschap van Klasse II
Het tuingereedschap moet door een aardlekschakelaar (RCD) met een stroom maximaal 30 mA worden gevoed.
Risico’s van lawaai en trillingen
Het gereedschap is ontworpen om de risico’s met de blootstelling van de gebruiker aan geluid en trillingen zoveel mogelijk te be-
perken. Het is echter niet mogelijk om deze risico`s volledig te elimineren. Bovendien in de werkomgeving verblijvende personen
worden ook blootgesteld aan geluidshinder.
Het risico verbonden met de voornoemde risico`s kunnen worden beperkt mits de aanstaande regels worden gevolgd:
- gebruik het product met beoogd doel zoals in de gebruiksaanwijzing beschreven,
- zorg ervoor dat het tuingereedschap in goede toestand is en regelmatig onderhouden,
- gebruik juiste en scherpe snijbaden,
Summary of Contents for YT-85208
Page 25: ...25 RUS...
Page 26: ...26 RUS II 30 II III IV V VI VII VIII IX X XI XII XIII...
Page 27: ...27 RUS XIV 1 0 2 40 1 5 2 60 2 5 2 100 30 XV XVI XVII XVII...
Page 28: ...28 RUS 1 3 XVIII 0 3 XIX 55 60 50...
Page 29: ...29 RUS 10 C 30 C...
Page 31: ...31 UA II 30...
Page 32: ...32 UA II III IV V VI VII VIII IX X XI XII XIII XIV...
Page 33: ...33 UA 1 0 2 40 1 5 2 60 2 5 2 100 30 XV XVI XVII XVII 1 3...
Page 34: ...34 UA XVIII 0 3 XIX 55 60 50 10 C 30 C...
Page 35: ...35 UA...
Page 88: ...88 GR RCD 30 mA...
Page 89: ...89 GR II III IV V VI VII VIII IX XI XII XIII...
Page 90: ...90 GR XIV 1 0 mm 2 40 m 1 5 mm 2 60 m 2 5 mm 2 100 m 30 cm XV XVI XVII XVII...
Page 91: ...91 GR 1 3 O XVIII 0 3 MPa XIX 55 60 Nm 50...
Page 92: ...92 GR 10 30 C...