15
AANSLUITINGEN
V
O
O
R
BER
E
IDING
E
N
Nederlands
Doe het ene uiteinde van het netsnoer in AC IN op het achterpaneel
van dit toestel en steek vervolgens de stekker aan het andere uiteinde
in het stopcontact wanneer alle andere aansluitingen gemaakt zijn.
■
COUPLER aansluitingen
Als u de jumpers van de PRE OUT/MAIN IN aansluitingen afhaalt,
kan dit toestel apart worden gebruikt als een aansturende versterker of
als eindversterker. Deze aansluitingen kunnen worden gebruikt om een
signaalverwerkend systeem op aan te sluiten, bijvoorbeeld een
grafische equalizer of een aparte surround processor. Als dergelijke
externe apparatuur wordt aangesloten op dit toestel, kunt u met de
VOLUME regeling van dit toestel het algemene geluidsniveau regelen.
Om externe apparatuur aan te kunnen sluiten, moet u eerst de
jumper (korstsluitpen of -plaatje) verwijderen van de
PRE OUT/MAIN IN aansluitingen en dient u vervolgens de
ingangsaansluitingen van de externe apparatuur te verbinden met
de PRE OUT aansluitingen, of de uitgangsaansluitingen daarvan
met de MAIN IN aansluitingen. Voor details dient u tevens de
handleiding van de externe apparatuur in kwestie te raadplegen.
• Wanneer u de COUPLER aansluitingen niet gebruikt, mag u in
geen geval de jumpers verwijderen. Als deze verwijderd zijn,
zal dit toestel namelijk geen geluid meer produceren.
• Wanneer u dit toestel gebruikt met externe apparatuur aangesloten via de
COUPLER aansluitingen, moet u ervoor zorgen dat de CD DIRECT AMP
toets en de PURE DIRECT toets op het voorpaneel beide uitgeschakeld zijn.
• Wanneer u dit toestel als eindversterker gebruikt, dient u de
uitgangsaansluitingen van een externe aansturende versterker enz.
te verbinden met de MAIN IN aansluitingen van dit toestel. In dit
geval zullen de bedieningsorganen van dit toestel niet functioneren,
met uitzondering van de PHONES aansluiting en de SPEAKERS
A/B toetsen. Gebruik in plaats daarvan de bedieningsorganen op de
aansturende versterker voor het regelen van het volume enz.
■
AC OUTLET(S) (SWITCHED)
Modellen voor Australië ............... 1 Netstroomaansluiting
Overige modellen...................... 2 Netstroomaansluitingen
Via de netstroomaansluitingen op dit toestel kunt u andere
componenten in uw systeem van stroom voorzien. Deze
aansluiting(en) voorzien de erop aangesloten
componenten van stroom wanneer dit toestel aan staat.
Voor informatie over het maximale vermogen (totale
stroomverbruik van de componenten) zie “TECHNISCHE
GEGEVENS” op bladzijde 42.
■
VOLTAGE SELECTOR
(Alleen modellen voor Azië en algemene
modellen)
De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van dit
toestel moet worden ingesteld op de bij u ter plaatse
gangbare netspanning VOOR u de stekker in het
stopcontact doet.
De mogelijke voltages zijn als volgt:
Modellen voor Azië
............................. 220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
Algemene modellen
............... 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
■
IMPEDANCE SELECTOR schakelaar
U mag de IMPEDANCE SELECTOR schakelaar in geen geval
omzetten terwijl dit toestel aan staat, want hierdoor zal het toestel
kapot gaan.
Kies de stand van de schakelaar (links of rechts) aan de
hand van de impedantie van de luidsprekers in uw
systeem.
• Modellen voor Canada kunnen niet tegelijkertijd gebruik maken
van twee aparte luidsprekersets (A en B) wanneer de
IMPEDANCE SELECTOR schakelaar op de 6
Ω
stand staat.
• Als dit toestel niet aan gaat, is het mogelijk dat de
IMPEDANCE SELECTOR schakelaar niet helemaal in de
gewenste stand staat. In een dergelijk geval dient u de
schakelaar helemaal in de juiste stand te zetten wanneer de
stroomvoorziening van dit toestel volledig is afgesloten.
Aansluiten van het netsnoer
Opmerkingen
AC OUTLETS
SWITCHED
IMPEDANCE SELECTOR
SET BEFORE POWER ON
AC IN
A OR B: 4
Ω
MIN. /SPEAKER
A+B: 8
Ω
MIN. /SPEAKER
A OR B: 6
Ω
MIN. /SPEAKER
A+B:12
Ω
MIN. /SPEAKER
VOLTAGE
SELECTOR
(Algemene modellen)
IMPEDANCE SELECTOR
schakelaar
Stroomkabel
VOLTAGE SELECTOR
AC OUTLET(S)
Stand van
de
schakelaar
Impedantieniveau
Rechts
Als u één set (A of B) gebruikt, moet de
impedantie van elk van de luidsprekers 6
Ω
of
hoger zijn.
Als u twee sets (A en B) gebruikt, moet de
impedantie van elk van de luidsprekers 12
Ω
of hoger zijn.
Links
Als u één set (A of B) gebruikt, moet de
impedantie van elk van de luidsprekers 4
Ω
of
hoger zijn.
Als u twee sets (A en B) gebruikt, moet de
impedantie van elk van de luidsprekers 8
Ω
of
hoger zijn.
Opmerkingen
LET OP