Beknopte handleiding
PSR-3000/1500 Gebruikershandleiding
39
Stel naar wens de gedetailleerde parameters in voor de notatieweergave.
1
Druk op de knop [8
π
π
π
π†
†
†
†
] (SET-UP) om de gedetailleerde instellingsdisplay op te roepen.
2
Druk op de knoppen [1
π
π
π
π†
†
†
†
]–[6
π
π
π
π†
†
†
†
] om de notatieweergave in te stellen.
De instellingen voor notatieweergave opslaan.
De notatieweergave-instellingen kunnen worden opgeslagen als onderdeel van een song (pagina 160).
Het rechter- of linkerhandgedeelte dempen terwijl u
de notatie bekijkt
De display die wordt opgeroepen via de knop [SCORE] geeft de noten aan die u zou moeten spelen, wanneer u ze zou
moeten spelen, en hoe lang u ze ingedrukt zou moeten houden. U kunt ook in uw eigen tempo oefenen, aangezien bij
de begeleiding wordt gewacht totdat u de juiste noot speelt. Demp hier het rechter- of linkerhandgedeelte en probeer
het gedeelte eens te oefenen.
Het rechterhandgedeelte oefenen (TRACK 1)
LEFT CH/RIGHT CH
Hiermee wordt bepaald welk MIDI-kanaal in de songdata wordt gebruikt voor het linkerhand-/
rechterhandgedeelte. Deze instelling gaat terug naar AUTO als er een andere song wordt geselecteerd.
AUTO
De MIDI-kanalen in de songdata voor de rechter- en linkerhandgedeelten worden automatisch
toegewezen. Hierbij worden de gedeelten op hetzelfde kanaal ingesteld als het kanaal dat is
opgegeven bij [FUNCTION]
→
[B] SONG SETTING.
1–16
Het opgegeven MIDI-kanaal (1–16) wordt toegewezen aan één van de linker- of
rechterhandgedeelten.
OFF (alleen LEFT CH)
Geen kanaaltoewijzing: de weergave van het linkerhandtoetsgedeelte wordt uitgeschakeld.
KEY SIGNATURE
Hiermee kunt u de toonsoort veranderen tijdens een song, op de positie waar deze gestopt is. Dit menu
is handig als de geselecteerde song geen toonsoortinstellingen bevat voor het weergeven van notatie.
QUANTIZE
Hiermee kunt u de nootresolutie in de notatie regelen, waarbij u de timing van alle weergegeven noten
kunt verschuiven of corrigeren zodat ze rechtgetrokken worden naar een bepaalde nootwaarde. Zorg
ervoor dat u de kortste nootwaarde selecteert die in de song wordt gebruikt.
NOTE NAME
Hiermee wordt het type nootnaam geselecteerd die links van de noot in de notatie wordt aangegeven.
De hierna volgende drie typen zijn mogelijk. De instellingen hier zijn beschikbaar als de parameter
NOTE in 'De nootnaam links van de noot aangeven' in stap 1 is ingesteld op ON.
A, B, C
Nootnamen worden aangeven met letters (C, D, E, F, G, A, B).
FIXED DO (vaste Do)
Nootnamen worden aangegeven in solfège en verschillen afhankelijk van de geselecteerde taal.
De taal wordt aangegeven bij LANGUAGE in de display HELP (pagina 60).
MOVABLE DO (verplaatsbare Do)
Nootnamen worden aangegeven in solfège volgens de toonladderintervallen, en zijn daardoor relatief
ten opzichte van de toonsoort. De grondtoon wordt aangegeven als Do. In de toonsoort G-majeur zou
bijvoorbeeld de grondtoonnoot 'So' worden aangegeven als 'Do'. Net als bij 'Fixed Do' is de indicatie
verschillend en afhankelijk van de geselecteerde taal.
3
Druk op de knop [8
π
π
π
π
] (OK) om de instelling toe te passen.
OPMERKING
1
Selecteer een song (pagina 35) en druk vervolgens op de knop [SCORE] om de display
SCORE op te roepen.
2
Zet de knop [GUIDE] aan.
2
4
3