30
Trefwoordenlijst
Analoog:
Geluid dat niet in cijfers omgezet is. Analoog
geluid varieert, terwijl digitaal geluid vaste numerieke
waardes heeft. Deze aansluitbussen sturen geluid via
twee kanalen: het linker en rechter.
AUDIO OUT-uitgangen:
Uitgangen op de achterkant
van het dvd-systeem die audiosignalen naar een ander
systeem (tv, stereo-installatie enzovoort) sturen.
Composiet video-uitgangen:
Uitgangen op de ach-
terkant van het dvd-systeem die hoogwaardige videosig-
nalen naar een tv met composiet video-ingangen (R/G/
B, Y/Pb/Pr enzovoort) sturen.
Beeldverhouding:
De verhouding tussen breedte
(horizontale maat) en de hoogte (verticale maat) van
een weergegeven beeld. Bij gewone tv’s is de hori-
zontaal/verticaal-verhouding 4:3 en bij breedbeeld is dit
16:9.
Bitsnelheid:
De hoeveelheid data die gebruikt wordt
om een bepaalde tijdsduur aan muziek vast te leggen; dit
wordt uitgedrukt in kilobits per seconde of kbps. Of
ook, de snelheid waarmee u opneemt. In het algemeen
geldt: hoe hoger de bitsnelheid oftewel hoe hoger de
opnamesnelheid, hoe beter de geluidskwaliteit. Bij
hogere bitsnelheden wordt echter meer diskruimte
gebruikt.
Digital:
Geluid dat is omgezet in cijfers. Digitaal geluid
is beschikbaar wanneer u de DIGITAL AUDIO OUT
COAXIAL of OPTICAL aansluitingen gebruikt. Deze
aansluitingen sturen de geluidssignalen via meerdere
kanalen uit, in plaats van enkel via twee kanalen zoals bij
analoog geluid.
Diskmenu:
Een scherm waarin de verschillende moge-
lijkheden voor beeld, geluid, ondertitels, camerahoeken
enzovoort, die op de DVD opgenomen zijn, gekozen
kunnen worden.
DivX 3.11/4x/5x:
De DivX-code (patent hangende) is
een op MPEG-4 gebaseerde videocompressietechnolo-
gie, ontwikkeld door DivXNetworks, Inc., die digitale
video kan reduceren tot een formaat dat klein genoeg is
om over het internet getransporteerd te worden terwijl
de hoge visuele kwaliteit toch behouden blijft.
Dolby Digital:
Een surround sound-systeem ontwik-
keld door de Dolby Laboratories met zes kanalen
digitaal geluid (voor links en rechts, surround links en
rechts, midden en subwoofer).
DTS:
Digital Theatre Systems. Dit is een surround
sound-systeem, maar anders dan Dolby Digital. Beide
formaten werden door verschillende bedrijven ontwik-
keld.
Hoofdstuk:
Onderdeel van een beeld- of muziekstuk
op een dvd en kleiner dan een titel. Een titel bestaat uit
meerdere hoofdstukken. Elk hoofdstuk heeft een hoof-
dstuknummer waarmee u het gewenste hoofdstuk kunt
opzoeken.
JPEG:
Een veelgebruikt digitaal formaat voor stil-
staande beelden.Een datacompressiesysteem voor stil-
staande beelden dat vastgelegd werd door de Joint
Photographic Expert Group; ondanks de hoge compres-
siefactor blijft bij dit systeem de beeldkwaliteit bijna
gelijk.
Kinderslot:
Een dvd-functie die het mogelijk maakt om
het afspelen van een disk volgens de leeftijd van de
gebruikers te beperken overeenkomstig de beperkings-
niveaus per land. Het beperkingsniveau verschilt per
disk; als de functie ingeschakeld is dan is het niet moge-
lijk om software af te spelen waarvan het niveau hoger
is dan het niveau dat ingesteld is door de gebruiker.
MP3:
Een bestandsformaat met een geluidsdatacom-
pressiesysteem. “MP3” is de afkorting voor Motion Pic-
ture Experts Group 1 (of MPEG-1) Audio Layer 3. Als
het MP3-formaat toegepast wordt, past op een cd-r of
een cd-rw ongeveer 10 keer zoveel data als bij een
gewone cd.
PBC (Playback control):
Verwijst naar het signaal dat
opgenomen is op video-cd’s en S-vcd’s voor het bedie-
nen van het afspelen. Met behulp van de menuschermen
die op de video-cd of de S-vcd opgenomen zijn, kunt u
gebruik maken van de mogelijkheden van zowel soft-
ware van het interactieve type als software met een
zoekfunctie.
PCM (pulscodemodulatie):
Een systeem voor het
converteren van analoge geluidssignalen in digitale signa-
len voor latere verwerking, waarbij bij het converteren
geen datacompressie gebruikt wordt.
Progressieve Scan:
Alle horizontale lijnen van een
beeld worden tegelijk, als één beeld, weergegeven. Dit
systeem kan geïnterlinieerde beelden van een dvd in
progressief formaat omzetten zodat het aangesloten kan
worden op een progressief display. De verticale resolu-
tie wordt dan sterk verhoogd.
Regiocode:
Een systeem dat gebruikt wordt om van
tevoren de regio vast te leggen waar een disk afgespeeld
mag worden. Dit apparaat speelt enkel de disks af met
een compatibele regiocode. De regiocode van uw
apparaat vindt u op de achterkant. Sommige disks zijn
compatibel met meer dan één regio (oftewel alle regio’s
– ALL).
Surround:
Een systeem voor het creëren van zeer rea-
listische driedimensionale geluidsvelden door meerdere
luidsprekers om de luisteraar heen op te stellen.
S-video:
Geeft een helder beeld door afzonderlijke sig-
nalen te sturen voor helderheid (luminantie) en kleur
(chrominantie). S-video kan alleen gebruikt worden als
uw tv een S-video-ingang heeft.
Titel:
Het langste beeld- of muziekonderdeel op een
dvd, muziek enzovoort bij videosoftware, of het hele
album bij audiosoftware. Elke titel heeft een titelnum-
mer waarmee u de gewenste titel kunt opzoeken.
VIDEO OUT-uitgang:
Uitgang op de achterkant van
het dvd-systeem die videosignalen naar de tv stuurt.