1.3 Verwijder het beschermfolie van het binnenvizier aan de kant waar deze het bui-
tenvizier raakt.
1.4 Leg één kant van het binnenvizier op één van de twee pinnen van het vizier en
houd deze in positie, zie Fig. 14.
1.5 Maak het vizier wijder en zet de andere kant van het binnenvizier vast aan de
andere pin, zie Fig. 15.
1.6 Laat het vizier los.
1.7 Verwijder de tweede laag beschermfolie van het binnenvizier en controleer of
het profiel van het binnenvizier op het buitenvizier aansluit.
1.8 Monteer het vizier op de helm.
CONTROLE EN AANSPANNING VAN HET BINNENVIZIER
Controleer of het systeem correct is gemonteerd door het vizier te openen en te slui-
ten en ga na of er geen beweging is tussen het binnen- en buitenvizier.
Wanneer het binnenvizier niet goed aan het buitenvizier is bevestigd, draai dan beide
regelhendeltjes aan de buitenkant tegelijkertijd geleidelijk naar boven om de aan-
spanning te vergroten (Fig. 16). De maximale aanspanning wordt verkregen, wanne-
er de regelhendeltjes van de pinnen aan de buitenkant naar buiten zijn gedraaid.
OPGELET!!!
Eventuele aanwezigheid van stof tussen de twee vizieren kan krassen veroorzaken
op beide oppervlakken.
Vizieren en binnenvizieren die beschadigd zijn door krassen, kunnen het zicht beper-
ken en dienen vervangen te worden.
Controleer regelmatig of het binnenvizier correct is aangespannen om te voorkomen
dat het verschuift en krassen op beide oppervlakken veroorzaakt.
Wanneer het vizier van de helm tijdens het gebruik beslaat en/of er condens wordt
gevormd in de zones tussen het vizier en het binnenvizier, moet gecontroleerd wor-
den of het systeem correct is gemonteerd en aangespannen.
Een te strakke en voortijdige aanspanning van het binnenvizier kan ervoor zorgen dat
het binnenvizier te dicht op het oppervlak van het buitenvizier aansluit en/of perma-
nent wordt vervormd, waardoor latere regelingen niet meer correct kunnen worden
uitgevoerd.
Langdurig gebruik in bepaalde klimaatcondities kan de efficiëntie van het systeem
doen afnemen, waardoor het binnenvizier gedeeltelijk kan beslaan of condens kan
worden gevormd. Om in dat geval de efficiëntie van het systeem te herstellen moet
het binnenvizier uit het buitenvizier van de helm worden verwijderd en met droge en
lauwe lucht worden gedroogd.
Intense transpiratie / ademhaling, gebruik in bijzondere weersomstandigheden (lage
temperaturen en/of hoge vochtigheid en/of abrupte temperatuurwisselingen of
zware regenbuien) en intens en landurig gebruik kunnen leiden tot vermindering van
de efficiëntie van het systeem met als gevolg het beslaan of de vorming van condens
op het binnenvizier.
Om in deze situaties, na het gebruik, de efficiëntie te herstellen, dient men het bin-
nenvizier van het vizier van de helm te verwijderen en het te laten drogen in droge en
lauwe lucht. Dezelfde werkwijze dient uitgevoerd te worden indien de helm moet dro-
gen om eventuele vochtigheid te verwijderen die aan de binnenkant ontstaan is door
de hierboven beschreven situaties.
70
Summary of Contents for X-402 T
Page 82: ...82 ...
Page 83: ...83 EÏÏËvÈÎ ÈÎ A ...
Page 87: ... 87 10 9 8 30 C max ...
Page 92: ...Fig 1 Fig 2 Fig 3 B1 B2 B1 B2 A1 B2 B2 A2 Fig 4 Fig 5 A ...
Page 93: ...Fig 6 Fig 8 Fig 7 Fig 9 Fig 10 Fig 11 ...
Page 94: ...MIN MAX Fig 14 Fig 15 Fig 16 Fig 13 Fig 12A Fig 12B Fig 12C ...
Page 95: ...Fig 20 Fig 19 A B Fig 18 B A Fig 21 Fig 17 A B P J ...