30
Voor uw veiligheid
Veilig werken met het gereedschap is alleen mogelijk indien
u de gebruiksaanwijzing en de veiligheidsvoorschriften vol-
ledig leest en de daarin gegeven voorschriften strikt opvolgt.
Laat andere personen die met deze zaagmachine moeten
werken eerst deze gebruiksaanwijzing lezen.
Het gereedschap mag niet vochtig zijn en mag niet in een
vochtige omgeving worden gebruikt.
Controleer voor elk gebruik gereedschap, kabel en stekker.
Gebruik het gereedschap niet meer nadat een defect is vast-
gesteld. Laat reparaties uitsluitend door een vakman uitvoe-
ren. Open het gereedschap nooit zelf.
Draag een veiligheidsbril en gehoorbescherming.
Draag bij lang haar een haarbescherming. Werk alleen met
nauw sluitende kleding.
Draag werkhandschoenen bij het inzetten en wisselen van
het zaagblad.
Houtstof is schadelijk voor de gezondheid. Draag een stof-
masker.
❏
Trek altijd de stekker uit het stopcontact voor instelwerkzaamheden
en voor de montage van toebehoren.
De zaagmachine kan onbe-
doeld op gang komen en dit kan tot ernstige verwondingen leiden.
❏
Gebruik uitsluitend scherpe zaagbladen die in goede conditie zijn;
gebarsten of verbogen zaagbladen dienen onmiddellijk te worden
vervangen. Houd de zaagbladen scherp. Er mogen alleen Würth-
zaagbladen worden gebruikt.
❏
Gebruik geen doorslijpschijven.
❏
Let bij de montage van het zaagblad op de zaagrichting.
❏
Controleer of alle voorzieningen die het zaagblad afschermen goed
werken.
❏
Maak een vastgeklemde zaagbladbescherming onmiddellijk los.
Gebruik de zaag niet wanneer de zaagbladbescherming vastge-
klemd of geblokkeerd is. Blokkeer de zaagbladbescherming nooit.
❏
Controleer dat de zaagmachine voor gebruik is gemonteerd of op-
gesteld op een recht en stabiel werkoppervlak.
Een recht en stabiel
werkoppervlak beperkt het risico dat de zaagmachine instabiel
wordt.
Gebruik indien mogelijk altijd spanvoorzieningen om het
werkstuk vast te zetten. Als u het werkstuk met de hand
vasthoudt, moet uw hand zich altijd buiten het bereik be-
vinden dat op de zaagtafel is aangegeven met het symbool
„Handen weg”.
Als u uw handen binnen het met „Handen
weg” aangegeven bereik plaatst, kunnen deze gemakkelijk
wegglijden en naar het zaagblad worden getrokken.
❏
Gebruik de zaagmachine niet om daarmee stukken te zagen die
zo klein zijn dat u deze niet veilig kunt vasthouden.
Te kleine werk-
stukken kunnen door de zaag worden meegetrokken en kunnen tot
ernstige verwondingen leiden.
❏
Bereid uw werkzaamheden voor. Ondersteun werkstukken die
breder of langer dan het tafeloppervlak zijn met geschikt toebe-
horen, zoals een tafel, een zaagbank of een tafelverlenging.
Werkstukken die langer of breder dan de zaagtafel zijn, kunnen
kantelen als deze niet stevig zijn vastgespannen. Als het werkstuk of
het afgezaagde einde van het werkstuk kantelt, kan dit de be-
schermkap omhoogduwen of door het ronddraaiende zaagblad
worden weggeslingerd.
❏
Controleer voor de zaagwerkzaamheden uw werkstuk. Span het
werkstuk, als het gebogen of kromgetrokken is, met de naar bui-
ten gebogen zijde tegen de aanslag van de zaagtafel. Controleer
altijd dat tussen werkstuk, aanslag en zaagtafel geen vrije ruimte
langs de zaaglijn ontstaat.
Gebogen of kromgetrokken werkstuk-
ken kunnen gaan draaien of slaan en kunnen het ronddraaiende
zaagblad tijdens het zagen vastklemmen.
❏
Bereid het zagen van onregelmatig gevormde werkstukken zo
voor dat het werkstuk niet kan wegglijden en het zaagblad niet
kan vastklemmen of uit uw hand kan worden getrokken.
Een sier-
plint moet bijvoorbeeld plat liggen of door een houder worden vast-
gezet, zodat deze tijdens het zagen niet kan draaien, slaan of weg-
glijden.
❏
Gebruik altijd spanvoorzieningen of houders die geschikt zijn om
ronde werkstukken zoals houten pluggen, stangen of buizen vei-
lig te bevestigen.
Stangen hebben de neiging om tijdens het zagen
te draaien. Daardoor haken de zaagtanden vast en trekken deze
het werkstuk met uw hand naar het zaagblad.
❏
Gebruik geen andere persoon als vervanging voor een tafelver-
lenging of als extra steun.
Instabiele ondersteuning van het werk-
stuk kan tot vastklemmen van het zaagblad leiden. Het werkstuk kan
tijdens het zagen wegglijden en kan u of de helpende persoon naar
het ronddraaiende zaagblad trekken.
❏
Verwijder voor het begin van de werkzaamheden alle spijkers en
metalen voorwerpen uit het werkstuk.
❏
Let erop dat alle vergrendelknoppen en klemmen vergrendeld zijn
alvorens de machine in werking te stellen.
❏
Verwijder de gereedschapsleutel van de bevestigingsschroef van het
zaagblad voordat u het gereedschap inschakelt.
❏
Gebruik de zaagmachine niet als zich behalve het werkstuk nog
gereedschappen of houtresten op de zaagtafel bevinden.
Kleine
afgebroken stukken, losse houtdelen en andere objecten die het
draaiende zaagblad aanraken, kunnen met hoge snelheid tegen de
bediener worden geslingerd.
❏
Kruis uw handen nooit boven de denkbeeldige zaaglijn.
Kruisge-
wijs vasthouden van het werkstuk, bijvoorbeeld de linkerzijde van
het werkstuk vasthouden met de rechterhand, is zeer gevaarlijk.
❏
Beweeg het werkstuk niet naar het zaagblad en zaag niet op een
andere manier uit de vrije hand. Het werkstuk moet stabiel onder-
steund, ingespannen of met de hand vastgehouden worden.
De
zaag moet langzaam en met een snelheid die de motor van de zaag
niet overbelast door het werkstuk worden gevoerd.
❏
Wacht tot het zaagblad het maximumtoerental heeft bereikt voor-
dat u het werkstuk aanraakt.
Daardoor wordt wegslingeren van
werkstukken voorkomen.
❏
Zaag slechts één werkstuk per zaagbewerking.
Meerdere werk-
stukken kunnen niet voldoende worden ingespannen of vastgehou-
den en klemmen het zaagblad vast of verschuiven tijdens het zagen.
❏
Schakel de zaagmachine onmiddellijk uit als het werkstuk of het
zaagblad vastklemt of vastdraait. Wacht tot alle bewegende de-
len tot stilstand zijn gekomen en trek de stekker uit het stopcon-
tact. Maak het vastgeklemde materiaal los.
Verderzagen in vast-
geklemd materiaal kan tot ongevallen en tot beschadiging van de
zaag leiden.
❏
Als het zaagblad plotseling vastklemt, ontstaat een tegengesteld
draaimoment dat tot terugslag van de machine leidt.
Laat daarom
onmiddellijk de aan/uit-schakelaar los als het zaagblad vastklemt
of vastdraait.
Grijp niet in het achterste, onbeschermde gedeelte van het
zaagblad en de aanslagrail als u het werkstuk omlaag-
duwt of vasthoudt of als u houtspanen verwijdert.
U kunt
dan niet zien dat het ronddraaiende zaagblad zich vlakbij
uw hand bevindt en u kunt zich ernstig verwonden.
❏
Het afgezaagde werkstuk mag niet vastklemmen of om andere rede-
nen tegen het ronddraaiende zaagblad worden geduwd.
Als het bij-
voorbeeld door lengteaanslagen wordt vastgeklemd, kan het in het
zaagblad worden vastgeklemd of heftig worden weggeslingerd.
❏
Licht het zaagblad uit de zaagsnede in de werkstukopening, voor-
dat de bedieningschakelaar wordt losgelaten.
❏
Probeer nooit om een draaiende machine te stoppen door het
zaagblad te blokkeren
; op deze manier kunnen de ernstigste onge-
lukken gebeuren.
❏
Bij het het afremmen kan de zaagkop naar beneden worden ge-
slagen.
Wees op deze reactie voorbereid wanneer u een werkstuk
gedeeltelijk wilt doorzagen of wanneer u de schakelaar loslaat ter-
wijl de zaagkop zich nog niet volledig in de onderste stand bevindt.
❏
Het terugzetten van de zaagkop in de beginstand mag niet wor-
den belemmerd door zaagspanen of achtergebleven materiaal.
De zaagbladbescherming kan anders niet volledig sluiten.
Door
het onbeschermde zaagblad bestaat groot verwondingsgevaar.
❏
Bewerk geen metaal.
Het ontstaande metaalstof kan de veiligheids-
isolatie nadelig beïnvloeden en een elektrische schok veroorzaken.
❏
Boor niet in de behuizing en breng geen nieten aan om het ge-
reedschap te markeren.
De beschermingsisolatie is dan niet meer
gewaarborgd. Gebruik stickers.
❏
Gebruik alleen origineel Würth-toebehoren.
❏
Zie voor meer veiligheidsvoorschriften de bijgevoegde brochure.
NL
PS 350 - NL Seite 30 Dienstag, 3. Februar 2004 1:21 13
Schwarz Prozeß 45,0° 169,71 LPI