16
3.1
Vullen
Zorg er voor, dat de Aan-/Uitschakelaar op
„OFF“ staat.
Houd de doos met butaangas verticaal tijdens
het vulproces (de gasuitwisseling gebeurt
volgens het principe van de zwaartekracht).
Stop het vulproces van zodra gas ontwijkt.
3.2
Inbedrijfstelling/Aansteken
Aan-/Uitschakelaar op „ON“ zetten om de
gasstroming te starten.
Druk de schakelaar tot het
hoogst mogelijke punt om
de ontsteking te activeren.
Zet de schakelaar daarna
weer op „ON“.
Raak tijdens het aansteek-
proces noch de punt, noch
de opname of de kartel-
moer aan.
Steek het toestel nooit
aan, wanneer deze
opsteekelementen niet zijn
opgeschroefd.
Schuif de Aan-/Uitschakelaar op „OFF“ om het
toestel uit te schakelen.
3.3
Gebruikvandesoldeerpen,de
heteluchtpijp en het snijmes
Zorg er voor, dat de uitlaatopening voor hete
lucht, zoals is afgebeeld, naar boven is geposi-
tioneerd.
Zet de regelaar voor de gastoevoer op de
middelste stand.
De temperatuur van de soldeerpunt kan met de
regelaar voor de gastoevoer worden aange-
past.
3.4
Gebruik zonder pennen (brander)
Verwijder de pen en de opname voor de pen
door de kartelmoer los te schroeven.
Schroef de opname voor de pen zonder de pen
weer op.
Stel de vlamgrootte in. Niet op de maximale
vlamgrootte zetten omdat gas zou kunnen
opflakkerenenhettoestelzoukunnenuitgaan.
3.5
Reinigingofvervangingvanhet
gasuitstroomventiel
Verwijder de pen en de opname voor de pen
door de kartelmoer los te schroeven.
3. Gebruik
Houd het toestel tijdens het losschroeven van de
branderpijp (A) in verticale positie.
Voor het losschroeven zou een tang of een
ander gereedschap noodzakelijk kunnen zijn.
De keramishe kop (D) noch aanraken, noch
verdraaien.
Neem het gasuitstroomventiel (B) voorzichtig uit
hettoestel(C).
Het kortere deel van het gasuitstroomventiel
hoort in het toestel.
Het gasuitstromingsventiel gedurende 5 minuten
in nafta of een gelijkaardig oplosmiddel dom-
pelen.
Plaats het gereinigde (of nieuwe) gasuitstro-
mingsventiel terug (de kortere zijde hoort in het
toestel).
Schroef de branderpijp aan de schacht met een
tang handvast aan.
Gebruik om het toestel te reinigen een zacht zeep-
sop of een vochtige doek. Gebruik geen huishoude-
lijke reinigingsmiddelen, benzine, terpentijn of
verdunningsmiddelen. Laat geen vloeistof in het
inwendige van het toestel binnendringen. Dompel
geen delen van het toestel in vloeistof.
Branderpijp
Gasuitstroomventiel
4. Reiniging
BDA_Gasloetgeraet_WGLG100.indd 16
18.11.11 11:28