29
WILO SE 09/2014
voor de veiligheid verantwoordelijke persoon of
van deze persoon instructies hebben gekregen
over het gebruik van het apparaat. Zie erop toe
dat er geen kinderen met het apparaat spelen.
• Als hete of koude componenten van het product/
de installatie tot gevaren leiden, moeten deze
door de klant tegen aanraking worden beveiligd.
• Aanrakingsbeveiliging voor bewegende compo-
nenten (bijv. koppeling) mag niet worden verwij-
derd van een product dat zich in bedrijf vindt.
• Lekkages (bijv. asafdichting) van gevaarlijke
media (bijv. explosief, giftig, heet) moeten zo
afgevoerd worden dat er geen gevaar voor per-
sonen en milieu ontstaat. Nationale wettelijke
bepalingen dienen in acht te worden genomen.
• Gevaren verbonden aan het gebruik van elek-
trische energie dienen te worden vermeden.
Instructies van plaatselijke of algemene voor-
schriften [bijv. IEC, VDE en dergelijke], alsook van
het plaatselijke energiebedrijf, dienen te worden
nageleefd.
2.6 Veiligheidsvoorschriften voor montage- en
onderhoudswerkzaamheden
De gebruiker dient er voor te zorgen dat alle mon-
tage- en onderhoudswerkzaamheden worden
uitgevoerd door bevoegd en bekwaam vakper-
soneel, dat door het bestuderen van de gebruiks-
handleiding voldoende geïnformeerd is. De werk-
zaamheden aan het product/de installatie mogen
uitsluitend bij stilstand worden uitgevoerd. De in
de inbouw- en bedieningsvoorschriften beschre-
ven procedure voor het buiten bedrijf stellen van
het product/de installatie moet absoluut in acht
worden genomen. Onmiddellijk na beëindiging
van de werkzaamheden moeten alle veiligheids-
voorzieningen en -inrichtingen weer aangebracht
resp. in werking gesteld worden.
2.7 Eigenmachtige ombouw en vervaardiging van
reserveonderdelen
Eigenmachtige ombouw en vervaardiging van
reserveonderdelen vormen een gevaar voor de
veiligheid van het product/personeel en maken
de door de fabrikant afgegeven verklaringen over
veiligheid ongeldig.
Wijzigingen in het product zijn alleen toegestaan
na overleg met de fabrikant. Originele reserveon-
derdelen en door de fabrikant toegestane hulp-
stukken komen de veiligheid ten goede. Gebruik
van andere onderdelen doet de aansprakelijk-
heid van de fabrikant voor daaruit voortvloeiende
gevolgen vervallen.
2.8 Ongeoorloofde gebruikswijzen
De bedrijfszekerheid van het geleverde product
kan alleen bij gebruik volgens de voorschrif-
ten conform paragraaf 4 van de inbouw- en
bedieningsvoorschriften worden gegarandeerd.
De in de catalogus/het gegevensblad aangegeven
boven- en ondergrenswaarden mogen in geen
geval worden overschreden.
3. Transport en tijdelijke opslag
Bij ontvangst van de pomp/installatie onmiddellijk
controleren of er transport-schade is opgetreden.
Bij vaststelling van transportschade dienen de
noodzakelijke stappen binnen de hiervoor geldende
termijn bij de expediteur ondernomen te worden.
VOORZICHTIG! Gevaar voor beschadiging van
de pomp!
Gevaar voor beschadiging door verkeerde
behandeling tijdens transport en opslag.
• De pomp mag voor transport uitsluitend aan de
daarvoor bedoelde beugel worden opgehangen
/ gedragen. Nooit aan de kabel!
• De pomp dient tijdens transport en tijdelijke
opslag tegen vocht, vorst en mechanische
beschadigingen beschermd te worden.
4. Toepassing
De dompelpompen voor ontwatering en afvoerwa-
ter van de serie Drain-TS worden toegepast:
• om putten en schachten automatisch te legen,
• om hoven en kelders die het gevaar lopen te
overstromen, droog te houden,
• om oppervlaktewater te laten dalen, voor zover
het vuilwater niet via een natuurlijk verval in het
riool kan stromen.
De pompen zijn geschikt voor het transport van
licht vervuild water, regenwater, drainagewater
en waswater.
De pompen worden over het algemeen onder
water (ondergedompeld) opgesteld en kunnen
alleen verticaal stationair of transportabel wor-
den geïnstalleerd.
Door de mantelkoeling kunnen de pompen ook
boven water in bedrijf worden gesteld.
Dompelpompen met een netaansluitkabel van
minder dan 10 m zijn (conf. EN 60335) alleen
bestemd voor toepassing in gebouwen, d.w.z.
niet voor bedrijf in de buitenlucht.
Pompen, die voor gebruik in of aan tuinvijvers en
soortgelijke plekken zijn bedoeld, moeten een
netaansluitkabel hebben die niet lichter is dan
rubberen slangleidingen met het voorteken H07
RN-F (245 IEC 66) conform EN 60335.
GEVAAR! Levensgevaar door elektrische schok-
ken!
De pomp mag niet worden gebruikt om zwem-
baden/tuinvijvers of soortgelijke plekken te
legen, indien zich daar personen in het water
bevinden.
WAARSCHUWING! Gevaar voor de gezondheid!
Door de toegepaste materialen niet geschikt
voor het transport van tapwater! Door veront-
reinigd vuil-/afvalwater bestaat gevaar voor de
gezondheid.
AVOORZICHTIG! Gevaar voor materiële schade!
Het transporteren van niet-toegestane stoffen
kan tot materiële schade aan het product leiden.
De pompen zijn noch geschikt voor sterk ver-
ontreinigd water zoals water met zand, vezels of
brandbare, bijtende vloeistoffen noch voor toe-
passing in explosiegevaarlijke bereiken.
Nederlands
Summary of Contents for Wilo-Drain TS
Page 140: ......