13
RICHTLIJNEN VOOR DE CONDITIE
De volgende richtlijnen zullen u helpen bij het plannen
van uw oefenprogramma. Vergeet niet dat een goede
voeding en voldoende rust essentieel zijn voor opti-
male resultaten.
INTENSITEIT VAN UW OEFENING
Als uw doel is vet te verbranden of uw cardiovasculair
systeem te verbeteren dan is de juiste oefen intensiteit
het middel om de gewenste resultaten te bereiken. U
kunt de juiste intensiteit bepalen door uw hartslag als
leidraad te gebruiken. De diagram hieronder geeft de
aanbevolen hartslag aan voor vet verbranding en voor
een cadiovasculaire (aerobic) oefening.
Zoek om uw juiste hartslag te vinden eerst naar uw
leeftijd aan de onderkant van de kaart (leeftijd per 10
jaar afgerond). Vindt vervolgens de drie cijfers boven
uw leeftijd. De drie cijfers geven uw "trainingzone"
aan. Het laagste getal is de aanbevolen hartslag om
vet te verbranden. Het middelste getal is de aanbevo-
len hartslag voor maximaal vet verbruik, en het hoog-
ste getal is aanbevolen voor een aerobic oefening.
Vetverbranding
Om effectief vet te verbranden moet U gedurende lan-
gere tijd op een relatieve lage intensiteit oefenen.
Tijdens de eerste minuten van uw oefening gebruikt
uw lichaam makkelijk bereikbare
koolhydraten. Pas
na de eerste paar minuten begint uw lichaam
vet als
energie te verbruiken. Stel, als uw doel is vet verbran-
den, de intensiteit van uw oefening bij zodat uw hart-
slag tussen het laagste getal en het middelste getal
van uw training zone ligt.
Aerobic Oefening
Uw oefening moet aerobic zijn als het uw doel is uw
cardiovasculair systeem te verbeteren. Een aerobic
oefening is een activiteit met een hogere zuurstof toe-
voer voor een langere tijd. Deze activiteit vraagt een
grotere prestatie van uw hart om bloed naar uw spie-
ren te pompen. Het vereist ook een grotere prestatie
van uw longen om het bloed van zuurstof te voorzien.
Stel de intensiteit van uw oefening bij totdat uw hart-
slag rond het hoogste getal van uw trainingszone ligt
als u een aerobic oefening wilt uitvoeren.
RICHTLIJNEN VOOR UW OEFENING
Iedere oefening moet uit de volgende drie onderdelen
bestaan:
Opwarming—Begin iedere oefening met een
opwarmfase van 5 à 10 minuten door spieren te strek-
ken en wat lichte oefeningen te doen. Een juiste
opwarmoefening verhoogt uw lichaamstemperatuur,
uw hartslag en bevordert uw bloedsomloop als voor-
bereiding op uw oefening.
Oefening in uw trainingszone—Verhoog de intensi-
teit van uw oefening na het opwarmen zodat uw hart-
slag binnen uw trainingszone valt. Houdt dit 20 à 30
minuten vol. (Opgelet: beperk tijdens de eerste paar
weken van uw oefenprogramma uw oefening tot 20
minuten.)
Afkoeling—Beëindig uw oefening weer met 5 à 10
minuten strekoefeningen. Dit zal de soepelheid van
uw spieren bevorderen en problemen helpen voorko-
men na de oefening.
OEFENFREQUENTIE
Om uw conditie te consolideren of te verbeteren moet
u 3 keer per week oefenen met minstens één dag rust
tussen de oefendagen. Na een paar maanden kunt u
als u dat wilt 5 keer per week oefenen. Om succes te
hebben is het belangrijk om plezierig en regelmatig te
oefenen.
WAARSCHUWING:
Raadpleeg uw huisarts voor u met dit of enig
ander oefenprogramma begint. Dit is bijzon-
der belangrijk voor mensen ouder dan 35 of
mensen met gezondheidsproblemen.
De polssensor is geen medisch instrument.
Verschillende factoren kunnen de nauwkeu-
righeid van de metingen beïnvloeden. De
polssensor is alleen als hulpmiddel bedoeld
voor algemene hartslagmeting.