3 Algemene
veiligheidsinstructies
De desbetreffende ongevalpreventievoorschriften en de overige erkende veiligheids-
technische en op het werk betrekking hebbende medische regels dienen in acht te wor-
den genomen.
Gebruik het spuitpistool uitsluitend in goed geventileerde ruimten. Tijdens het werk is
vuur, niet afgeschermd licht en roken verboden Bij het verspuiten van licht ontvlamba-
re materialen (b.v. lakken, lijm, reinigingsmiddelen enz.) bestaat een verhoogd gezond-
heids-, explosie- en brandrisico.
Men moet ervoor zorgen dat het spuitpistool voldoende geaard is
(
maximale weerstand 10
6
Ω
Ω
).
Bij voorkeur via een geleidende luchtslang van de firma Walther Pilot
(artikelnummer V 20 008 30 144).
Maak voor ieder onderhoud en reparatie de lucht- en materiaaltoevoer naar het spuit-
pistool vrij van druk - letselrisico. Houd bij het verspuiten van materialen geen handen
of andere lichaamsdelen voor de onder druk staande spuitkop van het spuitpistool -
letselrisico.
Richt het spuitpistool niet op personen en dieren - letselrisico.
Neem de verwerkings- en veiligheidsinstructies van de fabrikanten van spuitmateriaal
en reinigingsmiddel in acht. Vooral agressieve en bijtende materialen kunnen schade
aan de gezondheid veroorzaken.
De met deeltjes geladen afgewerkte lucht moet uit de buurt van het werkgebied en het
bedrijfspersoneel worden gehouden. Draag desondanks de voorgeschreven ademha-
lingsbescherming en de voorgeschreven werkkleding, als u met het spuitpistool mate-
rialen verwerkt. Rondzwevende deeltjes vormen een gevaar voor uw gezondheid.
Draag oorbescherming tijdens het werken met het spuitpistool. Het door het spuitpi-
stool geproduceerde geluidsniveau bedraagt ca. 85 dB (A).
Let er steeds op dat bij de inbedrijfstelling, vooral na montage- en onderhoudswerk-
zaamheden, alle moeren en schroeven stevig zijn vastgedraaid.
Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen, omdat WALTHER uitsluitend voor
deze onderdelen een veilige en perfecte functie kan garanderen.
Wend u voor informatie over een risicoloos gebruik van het spuitpistool en de daarin
gebruikte materialen tot WALTHER Spritz- und Lackiersysteme GmbH, D-42327
Wuppertal.
4 Toevoerleidingen
aansluiten
Aanwijzing
Gelieve voor de uitvoering van de in wat volgt opgesomde werkstappen de explo-
sietekening (vouwblad) aan het begin van deze gebruiksaanwijzing te gebruiken.
Waarschuwing
De luchtdruk aan het pistool moet tussen
min. 2 bar
en
max. 6 bar
liggen, aangezien anders geen veilig functionerend bedrijf van het
spuitpistool gegarandeerd kan worden.
Waarschuwing
Materiaal- en luchtslangen die worden bevestigd met een slangdoorvoertulle,
moeten extra met een slangklem geborgd zijn.
Materiaaltoevoer door drukvat
1. Bevestig de persluchtslang aan een luchtleiding (gereinigde perslucht)
en aan de luchtaansluiting van het spuitpistool (Pos. 32).
2. Bevestig de materiaaltoevoerslangen aan de materiaaldrukvaten resp.
materiaaldrukregelaars van een pompinstallatie en aan de materiaalaansluitin-
gen (Pos. 4) van het spuitpistool.
3. Doe materiaal in de drukvaten en sluit de deksels af.
4. Stel aan de persluchtreduceerventielen de gewenste materiaaldrukken in; bij
materiaaltoevoer via pompsystemen worden de materiaaldrukken aan de
materiaaldrukregelaars ingesteld.
5. Schakel de perslucht in en stel aan het reduceerventiel de gewenste verstuiver-
luchtdruk in -
min. 2 bar.
6. Open de materiaalkranen aan de drukvaten.
7. Om de lucht in de materiaalslangen te laten ontsnappen activeert u de trekker
(Pos. 30) zo lang, tot er gelijkmatige materiaalstralen uit de spuitkoppen komen;
nu kan het pistool weer gesloten worden.
Het pistool is nu klaar voor gebruik.
4
5