34
W 125
NL
f) Als het gebruik van het apparaat in een vochtige omgeving niet valt te vermijden,
gebruik dan een aardlekschakelaar.
Het gebruik van een aardlekschakelaar voorkomt
het risico van een elektrische schok.
3. Veiligheid van personen
a) Wees alert, let op wat u doet en gebruik uw gezond verstand bij het werken
met elektrisch gereedschap. Gebruik het apparaat niet wanneer u moe bent
of onder de invloed bent van drugs, alcohol of medicijnen.
Eén moment van
onachtzaamheid tijdens het gebruik van het apparaat kan leiden tot ernstig letsel.
b) Gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen en draag altijd een veiligheidsbril.
Het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen, zoals stofmasker, antislip
veiligheidsschoenen, veiligheidshelm of gehoorbescherming, afhankelijk van type en
gebruik van het elektrisch gereedschap, vermindert het risico van letsel.
c) Voorkom onbedoeld starten van het gereedschap. Overtuig u ervan, dat het
elektrische gereedschap is uitgeschakeld voordat u het op de stroomtoevoer
aansluit, het oppakt of draagt.
Wanneer u tijdens het dragen van het apparaat een
vinger op de schakelaar houdt of het apparaat ingeschakeld op de netvoeding aansluit,
kan dit leiden tot ongevallen.
d) Verwijder afstelgereedschap of moersleutels voordat u het apparaat inschakelt.
Gereedschap of een moersleutel die zich in een draaiend deel van het apparaat bevindt,
kan leiden tot letsel.
e) Vermijd een abnormale lichaamshouding. Zorg voor een goede houding en
bewaar op elk moment uw evenwicht.
Dan kunt u het apparaat in onverwachte
situaties beter onder controle houden.
f) Draag geschikte kleding. Draag geen loszittende kleding of sierraden.
Houd
haren, kleding en handschoenen verwijderd van bewegende delen. Loszittende kleding,
sierraden of lange haren kunnen door bewegende delen worden gegrepen.
g) Pas op voor een vals gevoel van veiligheid en neem de veiligheidsvoorschriften
voor elektrisch gereedschap in acht, ook wanneer u na veelvuldig gebruik
vertrouwd met het elektrisch gereedschap bent.
Onoplettendheid kan binnen een
fractie van een seconde tot ernstig letsel leiden.
4. Gebruik en behandeling van het elektrische gereedschap
a) Zorg dat u het apparaat niet overbelast. Gebruik voor uw werkzaamheden het
daarvoor bedoelde elektrische gereedschap.
Met het juiste elektrische gereedschap
werkt u beter en veiliger binnen het aangegeven vermogensbereik.
b) Gebruik geen elektrisch gereedschap waarvan de schakelaar defect is.
Elektrisch
gereedschap dat niet meer kan worden in- of uitgeschakeld, is gevaarlijk en moet worden