48
03/2015
NL
•
Het spuitresultaat wordt grotendeels bepaald door hoe glad en schoon het te spuiten
oppervlak vooraf is gemaakt. Behandel het oppervlak daarom zorgvuldig voor en
houd het stofvrij.
•
Dek oppervlakken die niet moeten worden gespoten af.
•
Een spuitproef op karton of iets dergelijks is aan te bevelen om de juiste instelling
voor het spuitpistool te bepalen.
Belangrijk:
Begin buiten het te spuiten oppervlak en voorkom onderbrekingen
binnen het te spuiten oppervlak.
•
De spuitbeweging moet niet met de pols worden uitgevoerd, maar met de arm. Zo
blijft tijdens het spuiten de afstand tussen het spuitpistool en het oppervlak altijd
gelijk. Kies een afstand van 5 - 25 cm, afhankelijk van de gewenste straalbreedte.
Afb. 7 a: GOED
gelijkmatige afstand tot het object.
Afb. 7 b: FOUT
ongelijkmatige afstand leidt tot een ongelijkmatig resultaat.
•
Beweeg het spuitpistool gelijkmatig heen en weer of op en neer, afhankelijk van de
instelling van de spuitstraalvorm.
•
Gelijkmatige bewegingen met het spuitpistool geven een uniforme
oppervlaktekwaliteit.
•
Bij veel materialen moeten voor een optimaal resultaat meerdere lagen worden
aangebracht (gegevens van de materiaalfabrikant in acht nemen). Tussen de
werkfases de laag eerst laten drogen.
•
Reinig spuitkop en luchtkap met oplosmiddel resp. water wanneer zich daarop
materiaal heeft opgebouwd.
14. Werkonderbreking van maximaal 4 uur
•
Schakel het apparaat uit.
•
Steek het spuitpistool in de pistoolhouder.
•
Bij het verwerken van 2-componentenlakken moet het apparaat direct worden
gereinigd.
15. Buiten bedrijf stellen en reinigen
Deskundige reiniging is een voorwaarde voor een storingsvrij gebruik van het
verfopbrengapparaat. Bij niet of ondeskundig uitgevoerde reiniging vervalt elke
aanspraak op garantie.
1) Schakel het apparaat uit. Ontlucht het reservoir bij lange werkonderbrekingen en bij
het beëindigen van de werkzaamheden. Dit kan worden gedaan door het reservoir
kort open te draaien en weer af te sluiten of door de trekker in te drukken en de verf
terug te laten lopen in de verfemmer.
2) Draai het reservoir los. Giet het resterende materiaal terug in het verfblik.
3) Maak reservoir en stijgbuis met een kwast zo ver mogelijk schoon. Reinig de
ontluchtingsboring (Afb. 8).