Blokkering van sommige commando’s (door de
Installateur)
Om te voldoen aan de eisen van sommige specifieke
toepassingen kunnen enige functies die gewoonlijk via
de afstandsbediening worden bediend, worden
uitgeschakeld. In dat geval werkt het toestel in de
AUTO-stand: de gebruiker kan uitsluitend het uur/de
dag van de week wijzigen met behulp van de toets SET,
de TIMER instellen en laten weergeven:
De feitelijke temperatuur
van de behandelde lucht,
vóór de warmtewisselaar;
het percentage Relatieve Luchtvochtigheid
van de
behandelde lucht, vóór de warmtewisselaar;
de concentratie van CO2
in de behandelde lucht, vóór
de warmtewisselaar;
na instelling van de TIMER
Het drukken op andere toetsen (dan de drie genoemde)
zal door het systeem als een toevallige handeling
worden gezien en het zal geen gevolg krijgen.
Blokkering van de wijziging van Vmin en Vmax
De Installateur kan de mogelijkheid van verdere
wijziging van de waarden Minimum Snelheid/Maximum
Snelheid na de aanvankelijke instelling blokkeren.
Alarm- en foutsignalen
• De overschrijding van de drempelwaarde van de CO2
genereert een alarm, waarbij het symbool CO2 op de
afstandsbediening gaat knipperen. Het apparaat
begint te werken op de maximumsnelheid tot de CO2-
concentratie tot onder de drempelwaarde is gezakt.
• Als de batterijen leeg zijn zal dit worden aangegeven
op de afstandsbediening doordat het desbetreffende
icoontje
gaat knipperen en een geluidssignaal
klinkt (een reeks dubbele piepjes). Vervang de
batterijen, waarna het signaal zal ophouden en het
icoontje zal doven.
• Als de filters vervuild zijn zal dit worden aangegeven
door een geluidssignaal (reeks piepjes gedurende 5
sec.) en doordat op het display het desbetreffende
icoontje
gaat knipperen. Deze signalering wordt
onderbroken bij de uitvoering van de procedure voor
onderhoud/reiniging van de filters.
• Als de filters verzadigd zijn zal dit worden aangegeven
doordat het desbetreffende icoontje
op de
afstandsbediening
gaat
knipperen
en
een
geluidssignaal klinkt (reeks piepjes gedurende 5 sec).
In deze toestand zorgt het apparaat ervoor dat de
motoren automatisch worden uitgeschakeld en dat de
by-passklep geopend wordt, om hoe dan ook een
minimale luchtcirculatie te garanderen
.
Deze
signalering wordt onderbroken bij de uitvoering van de
procedure voor onderhoud/reiniging van de filters.
De foutmeldingen bestaan uit codes die op de display
verschijnen (ER01, ER02, etc…) en ook hier klinkt een
geluidssignaal (een reeks dubbele pieptonen ). Deze
waarschuwingssignalen zullen aanhouden totdat de
gewone werking van het toestel is hersteld of totdat het
toestel wordt uitgeschakeld. De storingen zullen worden
aangegeven als volgt:
ER01
: bypassklep/de-frostingklep geblokkeerd
ER02
: de motor van de ventilator voor aanvoer verse
lucht van buiten blokkeert
ER03
: de motor van de ventilator voor uitstoot van vuile
lucht naar buiten blokkeert
ER04
: de afstandsbediening ontvangt geen signaal van
het toestel
ER05:
de filters worden vervangen
ER06
: de temperatuursensor in de aanvoerleiding van
frisse buitenlucht vóór de warmtewisselaar is niet actief;
ER07
: de temperatuursensor in de aanvoerleiding van
frisse buitenlucht na de warmtewisselaar is niet actief;
ER08
: de temperatuursensor in de afvoerleiding van de
uit het huis af te voeren vervuilde lucht na de
warmtewisselaar is niet actief;
ER09
: de sensor van de Relatieve Vochtigheid in de
afvoerleiding van de uit het huis af te voeren vervuilde
lucht vóór de warmtewisselaar is niet actief;
ER10
: de CO2-sensor in de afvoerleiding van de uit het
huis
af
te
voeren
vervuilde
lucht
vóór
de
warmtewisselaar is niet actief;
ER12
: de buitentemperatuur ligt boven de
grenswaarde;
ER14
: de binnentemperatuur ligt boven de
grenswaarde.
BELANGRIJK
Met name foutmeldingen (codes ER01, ER02 en ER03,
ER12, ER14), die te herleiden zijn tot kritieke storingen
van het apparaat, zullen leiden tot uitschakeling van het
apparaat tot de bijbehorende problemen zijn opgelost.
In dat geval zal het geluidssignaal 30 sec. duren; na
afloop daarvan stopt het geluidssignaal, maar de storing
blijft weergegeven op het display. In de andere gevallen
zal het apparaat, na de signalering van het probleem,
blijven werken op in de eerder ingestelde modaliteit.
Het geluidssignaal zal slechts 5 sec. duren; na afloop
daarvan stopt het geluidssignaal, maar de storing blijft
weergegeven op het display. In deze omstandigheid kan
de gebruiker de werkingsmodus (bijv. MAN of BP) niet
veranderen.
Reset foutmelding
Om de weergave van de foutcode te verwijderen (als de
procedure voor uitschakeling van de afstandsbediening
niet is uitgevoerd), achtereenvolgens de volgende
toetsen indrukken. DISPLAY --> “-” --> DISPLAY -->
“+”.
Na de RESET gaat het apparaat in de stand AUTO
werken, volgens de aanvankelijke standaardparameters,
alleen als het probleem dat tot de fout heeft geleid is
opgelost.
Op dezelfde manier, als de elektrische voeding van het
apparaat werd onderbroken, gaat het na herstel van die
voeding in de stand AUTO werken volgens de
aanvankelijke standaardparameters.
91
NEDERLANDS