51
Functiebeschrijving
De labovoeding werkt met geavanceerde schakel-technologie en actieve PFC (vermogenfactor-correc-
tie). Dit maakt een stabiele uitgangsspanning en een hoog rendement mogelijk. De gelijkspanningsuit-
gangen zijn potentiaalvrij en zijn voorzien van een veiligheidsontkoppeling ten opzichte van de netspan-
ning. De secundaire DC-aansluiting wordt telkens via twee gekleurde veiligheidsbussen uitgevoerd.
Op het overzichtelijke display worden spanning en stroom voor de uitgang A weergegeven (V = Volt =
eenheid van elektrische spanning, A = Ampère = eenheid van elektrische stroomsterkte).
Uitgang B wordt door het drukken op een toets in het display van uitgang A weergegeven.
De actuele toestand van de voeding wordt aangegeven via LED’s. Diverse beveiligingen, zoals bijvoor-
beeld tegen overbelasting, stroombegrenzing, oververhitting enz. werden voorzien voor een veilig en
betrouwbaar bedrijf.
De voeding wordt gekoeld met behulp van geïntegreerde ventilatoren. Er moet bijgevolg worden gelet
op een voldoende luchtcirculatie.
De voeding kan de uitgangsspanning en de uitgangsstroom traploos instellen (bij uitgang B alleen de
spanning).
Ingebruikname
De voeding is geen lader. Gebruik voor het laden van accu’s geschikte laders
met een geschikte laaduitschakeling.
Bij langdurig gebruik met nominale last wordt het oppervlak van de behuizing
warm. Let op! Mogelijk gevaar op verbranden! Zorg daarom altijd voor voldoen-
de ventilatie rondom de netvoeding en gebruik deze nooit geheel of gedeeltelijk
afgedekt om eventuele schade te voorkomen.
Let er bij het aansluiten van een verbruiker op de voeding op dat deze uitge-
schakeld is. Een ingeschakelde verbruiker kan bij aansluiting op de uitgangs-
klemmen van de voeding leiden tot vonkvorming, wat op haar beurt kan leiden
tot beschadiging van de aansluitbussen resp. tot schade aan de aangesloten lei-
dingen en/of hun klemmen.
Koppel de voeding los van het net als ze niet wordt gebruikt.
Aansluiting van het netsnoer
Verbind de meegeleverde netkabel met randaarde met de netaansluiting (18) van de netvoeding. Con-
troleer de aansluiting.
Verbind het netsnoer met een goedgekeurd stopcontact met randaarde.