mV
= millivolt (exp.-3)
V
= volt (eenheid van el. spanning)
A
= ampère (eenheid van el. stroom)
mA
= milliampère (exp.-3)
uA
= microampère (exp.-6
Hz
= hertz
kHz
= kilohertz (exp.3)
MHz
= megahertz (exp.6)
k
Ω
= kiloohm (exp.3)
M
Ω
= megaohm (exp.6)
nF
= nanofarad (nano = exp.-9)
uF
= microfarad (micro = exp.-6)
B Knoppenbezetting en functiebeschrijving met knopinvoer
B 2 RANGE
RANGE betekent, letterlijk vertaald, bereik. Hier wordt daarmee het meetbereik
bedoeld. Zodra het symbool "AUTO" (zwart gekleurd) in het display verschijnt, moet
u het juiste, aangepaste beetbereik selecteren. De intelligentie van het meetapparaat
schakelt voor u. Van tijd tot tijd is het echter nodig om het meetbereik handmatig te
wijzigen. Ga hiervoor als volgt te werk:
- Druk op de knop "RANGE"; het symbool "AUTO" verdwijnt.
- Met elke verdere druk op de knop "RANGE" wijzigt nu het meetbereik, dit is zicht-
baar aan de beweging van de decimaalpunt en eventueel aan de maateenheid.
Als u de handmatige instelling wilt verlaten, drukt u op de knop "RANGE" langer dan
ca.1 sec. (ingedrukt houden).
B 2 "Hz %"
Als de draaischakelaar op "Hz" staat, wordt deze knop relevant. Voor de eigenlijke
meting van de frequentie heeft u deze knop niet nodig. Als u in plaats van de norma-
le frequentiemeting een informatieve weergave van een impuls-pauzeverhouding (bij
TTL-niveau's) wenst, drukt u één keer op deze knop.
In plaats van een frequentie in HZ; KHz of MHz wordt nu de impuls-pauzeverhou-
ding, ook DUTY CYCLE genoemd, in "%" weergegeven. Door opnieuw op deze
knop te drukken, gaat u terug naar de normale frequentiemeting.
B 3 REL
De meting van de referentiewaarde, weergegeven door het driehoeksymbool, maat
metingen mogelijk die betrekking hebben op een eerder weergegeven / gemeten
waarde. Weergegeven wordt nu de verschilwaarde (werkelijke meetwaarde min de
referentiewaarde).
Deze functie is vooral geschikt van de weerstandsmeting. Het hoofdscherm kan op
"0000" worden gezet, d.w.z. u kunt weerstandsmetingen in het laagohmige bereik
57