108
De volgende weergaven zijn mogelijk:
Uitschakeling bij overspanning
• Aan de DC-uitgang werd een hogere vreemde spanning vastgesteld
dan deze die de voeding toestaat. De uitgang wordt uitgeschakeld.
• Het spanningsniveau voor de uitschakeling zijn in de techn. gegevens
vermeld.
Uitschakeling bij oververhitting
• De geïntegreerde temperatuursensor heeft een te hoge
systeemtemperatuur vastgesteld. Om oververhitting te voorkomen
wordt de uitgang uitgeschakeld.
• Schakel de voeding uit en laat minstens 30 minuten
afkoelen. Controleer na het inschakelen of de ventilator of de
ventilatieopneningen geblokkeerd zijn. In de inschakel-zelftestfase
moet de ventilator hoorbaar lopen. Indien dit het geval niet is, kunt u
contact opnemen met onze klantenservice.
Uitschakeling bij overbelasting
• Bij overbelasting aan de DC-uitgang wordt normaal gezien de
stroombegrenzing actief. Indien dit het geval niet is, wordt een
tweede beschermfunctie actief.
• Schakel onmiddellijk na het verschijnen van deze
waarschuwingsmelding de voeding uit en controleer de
aansluitgegevens van de verbruiker. Verwijder de verbruiker van de
DC-uitgang van de leiding.
• Schakel de voeding opnieuw in en controleer de functie. Als de
foutmelding blijft bestaan, kunt u contact opnemen met onze
klantenservice.
14. ONDERHOUD EN REINIGING
• Verwijder de product van de voedingsbron.
• Afgezien van een incidentele reiniging of het vervangen van een zekering is de laboratoriumvoeding
onderhoudsvrij.
• Gebruik voor het schoonmaken van het apparaat een schone, droge, antistatische en pluisvrije
reinigingsdoek zonder toevoeging van schurende, chemische en oplosmiddelhoudende
reinigingsmiddelen.