12
11. Calibrating the temperature reading by software
The LS 50 is already adjusted in the production stage to a very high level of precision.
However if recalibration should prove necessary, this can be performed using the
integrated calibration mode.
As soon as calibration mode is activated, all previous soldering
iron data will be irrevocably deleted
Before even starting the calibration process you must ensure that the soldering iron
temperature can be measured with sufficient accuracy. For this purpose you should
use a measuring unit with stable operation up to a temperature of at least 350 °C.
In order to activate calibration mode, you must, during the switching-on process,
press key „T1“. „CAL 20“ appears in the display together with the soldering iron
temperature, which should correspond to room temperature. If the soldering iron
is still warm, you must first allow it to cool down to room temperature before
proceeding further.
Having ensured that the soldering iron has cooled down to approximately 20 °C, you
must confirm this by pressing key „T1“. Now key „T2“ must be pressed. In the dis-
play „CAL 350“ appears. The LS 50 begins to heat up the soldering iron to 350 °C. If
there is a discrepancy between the display on the connected temperature measuring
unit and the LS 50 display, the latter can now be calibrated by pressing the „+“ / „-“
keys. If both displays agree, you should now press key „T3“. This concludes the
calibration process. The new calibration data is saved to the non-volatile memory on
the LS 50.
12. Potential equalization
For soldering work on critical components the potential at the soldering tip should be
adapted to the circuit potential by operating via the „Potential equalization“ socket.
The voltage difference must be no more than maximum ±42 V.
13. Attaching a new soldering tip
The soldering tip can be replaced very easily and quickly thanks to the soldering
ironís quick-action screw connector.
If the soldering iron is cold, the screw connector can be undone directly on the
shank. The sleeve can then be moved forward and withdrawn. The soldering tip is
now freely accessible.
49
4. Geprogrammeerde temperaturen
De geprogrammeerde soldeertemperaturen bieden extra soldeercomfort, dat wil
zeggen dat voor de verschillende soldeerwerkzaamheden de betreffende temperatu-
ren snel zijn te selecteren met een druk op de toets. Het station wordt geleverd met
de volgende voorgeprogrammeerde temperaturen: 150°C, 300°C en 400°C.
De geprogrammeerde temperaturen worden boven de toetsen „T 1“, „T 2“ en „T 3“ in
het display weergegeven. Door het indrukken van één van deze toetsen wordt de
betreffende temperatuur als insteltemperatuur geselecteerd. Nadat de toets is inge-
drukt, verschijnt deze temperatuur gedurende ca. 3 seconden op het hoofdscherm,
voordat de werkelijke temperatuur weer wordt weergegeven.
Een pijl boven de toets geeft de inschakeling van de geprogrammeerde temperatuur
aan, zie afbeelding 2.
Afbeelding 2
5. Wijziging van de geprogrammeerde temperaturen
Wanneer er behoefte is aan andere voorgeprogrammeerde temperaturen, dan kun-
nen de ingestelde waarden gemakkelijk worden veranderd. De knop onder de te wij-
zigen temperatuur (T 1, T 2, T 3) wordt ingedrukt en ingedrukt gehouden.
Ondertussen kan de temperatuur met de toetsen „+“ en „-“ worden gewijzigd. Nadat
de toets is losgelaten, wordt de nieuwe temperatuurwaarde opgeslagen.
6. Handmatige Standby-functie
Vooral bij langere soldeerpauzes is het zinvol de temperatuur van de soldeerbout te
verlagen om het energieverbruik te verminderen en de soldeerpunt te ontzien. Hier-
voor kan de toets „T 1“ opnieuw worden geprogrammeerd als Standby-toets, d.w.z.
dat bij het indrukken van deze toets de temperatuur wordt verlaagd tot de tempera-
tuur die voor „T 1“ is geprogrammeerd. Dit wordt in het display aangeduid met het
segment „Standby“, zie afbeelding 3. Bij het opnieuw indrukken van de toets wordt
de vorige insteltemperatuur weer ingeschakeld.
Afbeelding 3
Standby
Standby