O
Colofon
Dit is een publicatie van Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com).
Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, microverfilming of
de registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook
van uittreksels, verboden. De publicatie voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen.
© Copyright 2015 by Conrad Electronic SE.
V3_1215_02/VTP
O
BESCHRIJVING VAN DE WERKING
De gelijkstroomuitgang van de netvoeding is galvanisch gesplitst en vertoont een veiligheidssplitsing
tegenover de netspanning.
Op de uitgang wordt een regelbare veilige laagspanning ter beschikking gesteld. Een grof- en een fijnrege-
laar zorgen voor nauwkeurige, traploze instelling. Draaien met de klok mee verhoogt de instellingswaarde.
De stroombegrenzing kan eveneens traploos worden ingesteld. Met behulp van een preset-toets kan op de
uitgang zonder jumpers worden ingesteld. Draaien met de klok mee verhoogt de instellingswaarde.
De actuele uitgangsspanning (V) en de afgegeven stroomsterkte (A) worden in de display (5 en 7)
weergegeven.
De secundaire DC-aansluiting geschiedt via twee gekleurde 4 mm-veiligheidsbussen (12 en 14).
De koeling van de netvoeding geschiedt actief via een geïntegreerde, permanente apparaatkoeler; daarom
moet op voldoende luchtcirculatie resp. afstand tussen de zijkanten gelet worden.
Wordt de ingestelde stroombegrenzing door overlast of kortsluiting overschreden, dan
wordt dit door de indicatie „CC“ aangegeven. Hierbij wordt de uitgangsspanning elektro-
nisch verminderd, om een beschadiging van het voedingsapparaat te voorkomen.
INGEBRUIKNAME
Algemeen
Voor het gebruiken van de netvoeding is een geaarde netkabel nodig (niet bijgeleverd). Steek het netsnoer
in de koude apparatuuraansluiting (16) aan de achterkant van de netvoeding en de stekker in een geaarde
contactdoos.
De netvoeding is geen oplader. Gebruik voor het laden van accu’s geschikte opladers
met een geschikte laaduitschakeling.
Schakel het apparaat altijd uit wanneer u het niet gebruikt.
Instellen van de uitgangsspanning
Controleer eerst of er geen verbruikers op het netvoedingsapparaat zijn aangesloten.
Schakel de voeding in via de aan/uit-schakelaar (1). De displays gaan branden.
Controleer of de indicatie „C.V.“ (10) brandt. Is dit niet het geval en brandt de indicatie „C.C.“ (9), dan moet
de stroom-instelknop „CURRENT“ (11) uit de nulpositie worden gedraaid (met de klok mee).
Zet met de instelknop „VOLTAGE COARSE“ (2) de gewenste uitgangsspanning op grof. Met de instelknop
„VOLTAGE FINE“ (2) kiest u de juiste uitgangsspanning. De „FINE“-regelaar heeft een instelbereik van ca.
3 Volt. De uitgangsspanning wordt op de display „V“ (5) weergegeven.
Instellen van de stroombegrenzing
Stel de uitgangsspanning in zoals boven beschreven.
Druk op de toets „C-Limit“ (4) en houd deze ingedrukt. De uitgang wordt uitgeschakeld. De spanningsindi-
catie „V“ geeft ca. 0.00 V aan. De indicaties „C.V.“ (10) en „OUTPUT“ (3) gaan uit.
Stel de maximale uitgangsstroom in met de instelknop „CURRENT“ (11). De max. uitgangsstroom wordt in
display „A“ (7) weergegeven.
Laat nu de toets „C-Limit“ los. De uitgang wordt samen met de betreffende indicaties weer geactiveerd. De
stroom-display (7) geeft 0.00 A weer.
Verbruiker aansluiten
Let op dat de verbruiker niet-ingeschakeld op de netvoeding wordt aangesloten. Een
ingeschakelde verbruiker kan bij de aansluiting op de bussen tot een vlamboog leiden,
wat de bussen en de aangesloten leidingen kan beschadigen.
Controleer nogmaals de juiste uitgangsspanning op de netvoeding.
Verbind de pluspool (+) van de verbruiker met de rode bus „+“ (12) en de minpool (-) van de verbruiker met
de blauwe bus „-„ (14).
De aansluiting werkt met standaard 4 mm-stekkers.
De groen/gele aardpotentiaalbus is direct met de aardleiding verbonden.
Schakel de verbruiker in. De stroomindicatie „A“ (7) geeft de stroom aan, die de aangesloten verbruiker
verbruikt.
ONDERHOUD EN SCHOONMAKEN
Op het vervangen van de zekeringen en een incidentele reiniging na is de netvoeding onderhoudsvrij.
Gebruik voor het schoonmaken van het apparaat een schone, droge, antistatische en pluisvrije reinigings-
doek zonder toevoeging van schurende, chemische en oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen.
Trek altijd de netstekker uit de contactdoos voordat u het apparaat onderhoudt of
schoonmaakt.
VERVANGEN VAN DE ZEKERINGEN
Wanneer de netvoeding niet meer kan worden aangezet, is waarschijnlijk de
netzekering defect.
Voor het vervangen van de netzekering gaat u als volgt te werk:
Schakel de netvoeding uit, verwijder alle aansluitkabels van het apparaat en
haal de netstekker uit de connector (16) die zich aan de achterkant bevindt.
Druk met een geschikte sleufschroevendraaier de klem voor zekeringhouder
(17) aan de achterkant uit de houder, zoals afgebeeld.
Vervang de defecte zekering door een nieuwe fijnzekering (5 x 20 mm) van het-
zelfde type en dezelfde nominale stroomkracht. De waardes van de zekeringen
vindt u in de technische gegevens.
Druk de zekeringinzet weer zorgvuldig in de klem voor zekeringhouder.
Verhelpen van storingen
Met de lab-netvoeding heeft u een product aangeschaft dat volgens de nieuwste stand van de techniek
werd gebouwd en bedrijfsveilig is. Toch kunnen zich problemen of storingen voordoen. Daarom wordt
hieronder beschreven hoe u eventuele storingen kunt verhelpen:
Houd absoluut rekening met de veiligheidsaanwijzingen!
Probleem/voorval
Oplossing/verklaring
De beide displays branden niet.
Geen netspanning voorhanden?
• Controleer de leidingsveiligheidsschakelaar van de contactdoos.
• Controleer of de netvoeding correct in de contactdoos zit.
• Controleer de netzekering in de netvoeding.
Aangesloten verbruikers functio-
neren niet.
Is de juiste spanning ingesteld?
Is de polariteit juist?
Is de netvoeding overbelast resp. de stroombegrenzing (indicatie
„CC“) actief?
• Controleer de technische gegevens van de verbruiker.
Indicatie „O.T.“ brandt
De netvoeding is oververhit.
• Verwijder de gebruiker van de netvoeding en laat de netvoeding
min. 30 min. in ingeschakelde toestand afkoelen.
• Controleer de technische gegevens.
Indicatie „C.V.“ brandt
De netvoeding werkt onder de normale constante spanning.
Indicatie „C.C.“ brandt
De netvoeding werkt met constante stroom.
Indicatie „OUTPUT“ brandt
De DC-uitgang is actief. Normale werking.
Andere reparaties dan hierboven beschreven, mogen uitsluitend door een erkend vak-
man worden uitgevoerd. Controleer regelmatig de technische veiligheid van het toestel
bijv. op beschadiging van de behuizing. Bij eigenmachtige veranderingen of reparaties
aan of in het apparaat vervalt de garantie.
VERWIJDERING
Afgedankte elektronische apparaten bevatten waardevolle stoffen en behoren niet bij het huis-
houdelijk afval. Verwijder het product aan het einde van zijn levensduur conform de geldende
wettelijke bepalingen.
TECHNISCHE GEGEVENS
LPS1305
LPS1153
Uitgangsspanning
0 - 30 V/DC
0 - 15 V/DC
Uitgangsstroom
0 - 5 A
0 - 3 A
Displayresolutie
0,1 V / 0,01 A
Indicatieprecisie „V“
≤ ±(1% + 0,2 V)
Indicatieprecisie „A“
≤±(2% + 0,02 A)
Max. uitgangsvermogen
150 W
45 W
Restspanningen
≤5 mVrms (rms = effectief)
Stabiliteit op de uitgang
≤150 mV/h
Regelgedrag bij belastings-
verandering 0~100 %
≤25 mV
≤10 mV
≤15 mA
≤5 mA
Besturingsmodus bij
netwijziging ±10%
≤5 mV
≤5 mV
≤10 mA
≤5 mA
Netzekering 5 x 20 mm
fijnzekering
T2.5A / 250 V traag
T1A / 250 V traag
Bedrijfstemperatuur
+5 °C tot +40 °C
Rel. luchtvochtigheid
max. 85%, niet condenserend
Gebruikshoogte max.
2000 m boven zeeniveau
Bedrijfsspanning
230 V (±10%), 50 Hz
Opgenomen vermogen max.
335 VA
112 VA
Beschermingsklasse
1
Afmetingen (bxhxd)
130 x 160 x 305 (mm)
Gewicht
5,1 kg
3,6 kg
LVD-richtlijn 2006/95/EG
EN 60950-1