113
9. SUBMENU EN BIJKOMENDE FUNCTIES
a) STORE, meetwaarden opslaan
De multimeter beschikt over de mogelijkheid individuele meetwaar-
den handmatig op te slaan.
Om een meetwaarde op te slaan, navigeert u in het submenu naar
het punt “STORE” en drukt u op “ENTER”. De meetwaarde krijgt een
programma-opslagplaats toegewezen. Deze wordt afwisselend met
de opgeslagen meetwaarden in het bovenste display weergegeven.
Om de opslagfunctie te verlaten drukt u op “CANCEL”.
De maximale opslagcapaciteit bedraagt 1.000 meetwaarden.
b) RECALL, selecteren van meetwaarden
Om een opgeslagen meetwaarde opnieuw te bekijken, navigeert u
in het submenu naar het punt “RECALL” en drukt u op “ENTER”.
De laatst opgeslagen meetwaarde wordt weergegeven.
Om andere opgeslagen meetwaarden te controleren, kunt u met
behulp van de navigatietoetsen door de opslagplaatsen bladeren.
Om de RECALL-functie te verlaten drukt u op “CANCEL”.
c) REL-functie
De REL-functie maakt een referentiewaardemeting mogelijk om
ev. leidingsverliezen zoals bijv. bij weerstandsmetingen te vermij-
den. Hiertoe wordt de momentane displaywaarde op nul gezet. Er
wordt een nieuwe referentiewaarde ingesteld. Op het bovenste,
kleine display wordt de basiswaarde (Rel-verschil) weergegeven.
Beweeg met de navigatietoetsen naar het symbool
in het
submenu.
Activeer de functie met “ENTER”. Op het display verschijnt „
“.
De automatische meetbereikkeuze wordt daarbij uitgeschakeld.
U kunt nu optioneel het Rel-verschil als waarde of in % weergeven.
Om de deze functie uit te schakelen, drukt u op de toets “CANCEL”
of verandert u de meet-functie.
De REL-functie is niet actief in de meetbereiken;
temperatuur, doorgangstest, diodentest, frequentie
en bij de laagdoorlaatfilter-spanningsmeting.