i) Frequentiemeting / periode / impuls-/pauzeverhouding (Duty Factor)
Zorg dat de max. toegestane ingangswaarden in geen geval worden overschreden. Raak schakelin-
gen en schakeldelen niet aan als daarop een hogere spanning dan 25 V/ACrms of 35 V/DC kan
staan! Levensgevaarlijk!
De max. toegelaten spanning in de stroomkring mag 1000 V in CAT III of 600 V in CAT IV niet over-
schrijden
De DMM kan de frequentie van een signaalspanning van
0,001 Hz - 4 MHz meten en weergeven. De periode en impuls-/
pauzeverhouding worden optioneel weergegeven. Let op dat de
toegelaten maximumwaarden (zie ook hoofdstuk Technische
gegevens) tijdens het meten niet worden overschreden.
Voor het meten van frequenties gaat u als volgt te werk:
- Schakel de DMM met de draaiknop in en kies het meetbereik
“Hz %” aan de hand van de draaischakelaar (4).
- Steek het rode meetsnoer in de Hz-meetbus (7), het zwarte in
de COM-aansluiting (8).
- Maak nu met de beide meetstiften contact met het meetobject
(signaalgenerator, schakeling, enz.).
- De frequentie wordt in de bijbehorende eenheid op het display
weergegeven.
- LCD toont “OL” wanneer de diode in omgekeerde richting
wordt getest, gelieve de diode te vernieuwen en opnieuw te
testen. Als LCD nog steeds “OL” toont, is de diode defect.
- Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject en
schakel de DMM uit.
110