84
Beschrijving van de toetsen
Toets
Beschrijving
AUTO
DMM-modus:
activeert de automatische meetbereikselectie in de meetberei-
ken spanning, stroom, weerstand.
SCOPE-modus:
automatische optimale instelling van tijdbasis, horizontale afbui-
ging en trigger voor een zo optimaal mogelijke signaalweergave.
TRIG
oproepen van het trigger-menu in de SCOPE-modus
TIME
oproepen van het menu voor het instellen van de tijdbasis
RANGE
AC/DC- resp. Hz/%- omschakeling
MODE
omschakeling tussen SCOPE-modus en DMM-modus
SET
oproepen van het instelmenu voor Auto-Power-Off, achter-
grondverlichting, contrast en pieper
SAVE/CALL
oproepen van het geheugenmenu in de SCOPE-modus
HOLD
activeert/deactiveert de HOLD-functie
F1 – F4
functietoetsen – voor het selecteren en instellen van parameters
en extra functies. De betreffende functie wordt op het display
weergegeven.
Standaardinstellingen (Set)
Door te drukken op de toets SET kunnen de standaardparameters worden ingesteld.
F1 (Auto OFF) automatische uitschakeling:
De automatische uitschakeling bespaart batterijcapaciteit en schakelt het meetap-
paraat na de ingestelde tijd uit wanneer niet op een toets wordt gedrukt. Druk na het
drukken op de SET-toets op de F1-toets. Met de toetsen F2 en F3 kan de gewenste
uitschakeltijd van 1 tot 31 minuten worden ingesteld. Voor het deactiveren van de
automatische uitschakeling stelt u OFF in. Bevestig de invoer met de F4-toets
(ENTER). Na het automatisch uitschakelen kan de DMM door te draaien aan de
draaiknop (3) op „OFF“ en vervolgens op een meetbereik weer worden ingeschakeld.
F1
F2
F3
F4
RANGE
TIME
TRIG
AUTO
SET
SAVE/CALL
HOLD
MODE
Summary of Contents for 12 23 88
Page 104: ...101...
