63
c) NCV-functie (Contactloze aC-voltagedetectie)
Door de NCV-functie („Non-Contact-Voltage-detectie“) wordt contactloos de aanwezigheid van
spanning bij leidingen gedetecteerd. De NCV-sensor (13) is aan de punt van de stroomsensor
aangebracht.
Leid de NCV-sensor naar een leiding. Bij aanwezigheid van spanning brandt de rode LED „4“.
Deze functie is uitsluitend actief bij een ingeschakeld meetapparaat.
Door de hooggevoelige NCV-sensor kan de LED ook bij statische ladingen kort
oplichten. Dit is normaal en geen defect.
Test deze-functie altijd eerst bij een bekende spanningsbron om foutieve detecties
te vermijden. Bij foutieve detectie bestaat het gevaar van een elektrische schok!
Deze testmethode mag niet gebruikt worden om de spanning te bepalen.
d) max-/min-waarden opslaan
Het opslaan van max.- en min-waarden is mogelijk voor meetgroottes DCA, DCV en ACV.
Om max-waarden te laten opslaan, drukt u voor een meting kort op knop „8“. Op het LCD-
scherm verschijnt „MAX“. De actueel gemeten spanning verschijnt in het LCD-scherm en
verandert pas opnieuw van zodra deze wordt overschreden.
Om min-waarden te laten opslaan, drukt u opnieuw kort op knop „8“. Op het LCD-scherm
verschijnt „MIN“. De actueel gemeten spanning verschijnt in het LCD-scherm en verandert pas
opnieuw van zodra deze wordt onderschreden.
Door opnieuw op knop „8“ te drukken, kunnen beide waarden parallel worden opgeslagen. Op
het LCD-scherm verschijnt „MAX/MIN“.
Om de max-/min-modus te beëindigen drukt u gedurende minstens 2 seconden opnieuw op
knop „8“.