Voer de volgende procedure uit om wisselstroom (A ) te meten:
- Schakel de DMM in met behulp van de draaischakelaar (13) en selecteer het meetbereik
“A ”. “A” en het symbool voor wisselstroom “ ” worden op het display weergegeven.
- In het wisselstroom-meetbereik wordt het display
automatisch op nul ingesteld zodra de tang wordt
gesloten. Als een naburig sterk magnetisch veld
de juiste werking van het display verstoort, kunt u
deze ongewenste displaywaarde compenseren
met behulp van de REL functie (relatieve waarde-
meting).
- Druk op de hendel (4) om de stroomtang te ope-
nen.
- Klem de te meten individuele geleider en sluit de
tang opnieuw. Plaats de geleider in het midden
van de twee driehoekige positiesymbolen op de
tang.
- De wisselstroom wordt in het groot display en
de frequentie wordt in het klein display erboven
weergegeven.
- Na de meting, haal de stang van het meetobject
af en schakel het apparaat uit. Stel de draaischa-
kelaar op positie “OFF” in.
131
Summary of Contents for 1181861
Page 6: ...3 Bedienelemente 6...
Page 44: ...3 Operating elements 44...
Page 82: ...3 lements de fonctionnement 82...
Page 120: ...3 Bedieningselementen 120...
Page 154: ...154...
Page 155: ...155...