Viscount Prestige 20, Quick Manual

Page: 78 / 112

76
Viscount - Verkorte handleiding Prestige 20 / 40
2.6 DE AANSLUITINGEN OP HET ACHTERPANEEL
-
+
EXT.
+12V DC
300 mA
1 2 3 4 L (+R) R MIC GAIN
OUTPUT INPUT
1 2 3
1. [EXT. +12V DC] connector: deze plug kan worden gebruikt om de +12 Volt DC spanning te
verkrijgen die nodig is voor de VISCOUNT luidsprekers, die verbonden zijn met de [OUTPUT]
connector.
In de Prestige 40 kan de stroomvoorziening aan- en uitgezet worden met de [EXT.SPK.]
schakelaar, die zich op het linker paneel bevindt.
2. [OUTPUT] Sectie: deze sectie heft 4 ‘line outputs’(lijn-uitgangen) voor de externe versterking
van het orgelgeluid.
Met behulp van interne instelfuncties, die kunnen worden opgeroepen via de centrale
besturingseenheid, wordt ook het mogelijk om de verschillende parameters (instelmogelijkheden)
voor deze audio uitgangen te wijzigen (daarbij kan worden gedacht aan b.v. de individuele
geluidssterkten, vertragingen en klankegalisatie) en om deze uitgangen zodanig af te stellen dat
daarmee de eigenschappen van de windladen van een pijporgel worden nagebootst.
Deze functies, die ‘EXTERNAL OUTPUTS CONTROL’ (externe uitgangsregeling) en
‘EXTERNAL VOICES ROUTER’ (externe ruimtelijke verdeling van de uitgangen) worden
genoemd, zijn beschreven in het ‘Uitgebreide handleiding’.
WAARSCHUWING!
-
Voor het bereiken van de juiste nabootsing van de pijpen, dient u de luidsprekerboxen te
plaatsen in dezelfde volgorde als de uitgangsnummers.
De luidsprekerbox op uitgang[1] dient zo veel mogelijk aan de linkerzijde te worden
gepositioneerd, gevolgd door de luidsprekerboxen die verbonden zijn met de uitgangen
[2]en [3]. De laatste box, verbonden met uitgang [4] wordt zoveel mogelijk rechts geplaatst.
- De regeling van het geluidsvolume van de manualen, het pedaal en de Orchestra stemmen
gebeurt door middel van de schuiflade onder de klavieren (zie ook par. 3).
Maar ook de expressie-pedalen beïnvloeden de niveaus van de audio uitgangssignalen
[OUTPUT] op het achter paneel en in de schuiflade onder de manualen.
Het enige regelorgaan dat deze uitgangen niet beïnvloedt, is de [GENERAL] instelling.
3. [INPUT] sectie: deze sectie bevat de ingangen die kunnen worden gebruikt om de
uitgangssignalen van externe apparatuur te versterken via de interne versterkers van het
orgel.