
18
NL
Montage- en bedradingsinstructies voor de Supra serie
afvoerventilatoren
BELANGRIJK:
LEES DEZE INSTRUCTIES VOOR
U BEGINT MET DE INSTALLATIE
Dit product NIET installeren in ruimtes waar het onderstaande aanwezig is of voorkomt:
•
Klimaat met uitzonderlijk veel olie of vet.
•
Corrosieve of brandbare gassen, vloeistoffen of dampen.
•
Omgevingstemperaturen hoger dan 40°C of lager dan –5°C.
•
Mogelijke obstructies die toegang tot of verwijdering van de ventilator kunnen belemmeren.
VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN EN RICHTLIJNEN
A.
Alle bedrading moet voldoen aan de huidige regelgeving
of de relevante normen voor uw land en MOET worden
geïnstalleerd door een vakman.
B.
De ventilator moet voorzien zijn van een aan/uitschakelaar
die in staat is alle polen te scheiden, een contactscheiding
hebbende van minimaal 3 mm.
C.
Zorg dat de netvoeding (voltage, frequentie & fase)
overeenkomt met het informatielabel.
D.
De ventilator mag alleen samen met geschikte Vent-Axia
producten worden gebruikt.
E.
De ventilator mag alleen samen met vaste bedrading
worden gebruikt.
F.
Wanneer de ventilator wordt gebruikt om lucht uit een
ruimte te zuigen waarin een op brandstof werkend
apparaat staat, zorg dan dat de luchtverversing voldoende
is voor zowel de ventilator als het op brandstof werkende
apparaat.
G.
De ventilator mag niet worden gebruikt in ruimten waar
hij voor langere perioden bloot kan staan aan directe
waternevel.
H.
Wanneer ingebouwde ventilatoren worden gebruikt in
vochtige ruimtes moet een condensatieslot worden
ingebouwd. Horizontale buizen moeten lichtelijk schuin
worden geplaatst, weg van de ventilator.
I.
Personen (inclusief kinderen) die wegens hun fysieke,
zintuiglijke of geestelijke vermogen of wegens hun
onervarenheid of onkunde niet in staat zijn het apparaat