HQSM10006
V. 01 – 06/01/2016
15
©Velleman nv
Manuele modus
In manuele modus blijft de nevelmachine nevel uitstoten zolang u de knop ingedrukt houdt. Het
uitstootvolume staat op het maximum.
1.
Houd <
MANUAL
> ingedrukt om nevel uit te stoten.
2.
Laat <
MANUAL
> los om de neveluitstoot te stoppen.
Parameters van de timermodus
Deze parameters bepalen het interval en het volume in timermodus.
1.
Druk herhaaldelijk op <
FUNCTION
> tot INTERVAL SET wordt weergegeven.
2.
Selecteer het interval (1-200 s) met <
UP
> of <
DOWN
>.
3.
Druk herhaaldelijk op <
FUNCTION
> tot DURATION SET wordt weergegeven.
4.
Selecteer de duur (1-200 s) met <
UP
> of <
DOWN
>.
5.
Druk herhaaldelijk op <
FUNCTION
> tot TIMER OUT wordt weergegeven.
6.
Selecteer het gewenste uitstootvolume (1-100% of continu) met <
UP
> of <
DOWN
>.
8.
Problemen en oplossingen
Het toestel schakelt niet in.
Controleer de voeding
Controleer de zekering.
Het toestel stoot geen rook uit.
Controleer het vloeistofniveau.
Controleer de afstandsbediening.
De afstandsbediening werkt niet.
Kijk na of de afstandsbediening correct is aangesloten.
Het reservoir is gevuld maar de sensor geeft aan dat deze leeg is.
Reset de rookmachine door deze uit en opnieuw in te schakelen.
Contacteer uw dealer indien u het probleem niet kunt oplossen.
Het toestel warmt niet op.
Gelieve uw dealer te contacteren.
9.
Reiniging en onderhoud
Voor het reinigen of onderhoud:
1.
Ontkoppel het toestel van het lichtnet.
2.
Laat het toestel afkoelen.
Reiniging
Leeg het reservoir voordat u het toestel reinigt.
Gebruik een glasreiniger en een zachte doek om de behuizing te reinigen.
Reinig de externe lenzen om de 20 dagen met een glasreiniger en een zachte doek.
Zorg ervoor dat alle onderdelen volledig droog zijn voordat u het toestel opnieuw aansluit.
De frequentie van de reiniging hangt van de omgeving af (bijv. rook, stof, vocht).
Dompel het toestel nooit onder in een vloeistof.
Onderhoud
Alle schroeven moeten goed zijn aangespannen en mogen geen sporen van roest vertonen.
De behuizing, de lenzen, de montagebeugels en de montageplaats (bijvoorbeeld plafond, ophanging
of gebinte) mogen niet vervormd of aangepast worden; bv. geen extra gaten in montagebeugels
boren, de aansluitingen niet verplaatsen ...
Mechanisch bewegende delen mogen geen sporen van slijtage vertonen.
De voedingskabels mogen niet beschadigd zijn. Laat het toestel onderhouden door een geschoolde
technicus.
Er zijn geen door de gebruiker vervangbare onderdelen in dit toestel, behalve de zekering en de
lamp.
Contacteer uw verdeler voor eventuele reserveonderdelen.