HQSM10006
V. 01 – 06/01/2016
14
©Velleman nv
Menu
Raadpleeg de afbeeldingen op pagina 3 van deze handleiding.
Opstarten
1.
Zorg ervoor dat de nevelmachine uitgeschakeld is voor u de stekker in het stopcontact steekt.
2.
Schakel het toestel in.
3.
Druk op <
VOLUME
>.
4.
Stel het uitstootvolume in met <
UP
> of <
DOWN
>.
DMX-configuratie
Om de DMX-modus in te schakelen:
1.
Steek de stekker in het stopcontact, schakel de nevelmachine in en laat deze opwarmen.
2.
Sluit de DMX-kabel aan op de DMX-ingang van de nevelmachine en op de DMX-uitgang van een
controller (niet meegeleverd).
3.
Om de DMX-functie in te schakelen, druk herhaaldelijk op <
FUNCTION
> tot DMX512 ADD wordt
weergegeven. Selecteer het startadres van 1 tot 512 met <
UP
> of <
DOWN
>.
Zorg ervoor dat het startadres niet met het startadres van andere
aangesloten nevelmachines overeenkomt.
Een DMX-eindweerstand is aanbevolen als de DMX-kabel vrij lang is of wordt gebruikt in een omgeving
met veel elektrische ruis (bv. een discotheek). De eindweerstand voorkomt corruptie van het digitale
controlesignaal door elektrische ruis. De DMX-eindweerstand is niets meer dan een XLR-stekker met een
weerstand van 120 Ω van pin 2 naar 3. Deze XLR-stekker wordt dan aangesloten op de XLR-uitgang van
het laatste toestel in de reeks.
Het uitgangsvolume instellen
1.
Druk herhaaldelijk op <
FUNCTION
> tot VOLUME OUT wordt weergegeven.
2.
Selecteer het gewenste uitstootvolume (1-100% of continu) met <
UP
> of <
DOWN
>.
3.
Druk op <
VOLUME
> om te bevestigen.
4.
Druk nogmaals op <
VOLUME
> om de neveluitstoot te activeren.
De nevelmachine slaat het ingestelde uitstootvolume op na het
uitschakelen. Om het uitstootvolume te resetten, herhaal de bovenstaande
stappen.
De vloeistofsensor inschakelen
De ingebouwde vloeistofsensor meet het vloeistofniveau in het reservoir. Om de vloeistofsensor in te
schakelen:
1.
Druk herhaaldelijk op <
FUNCTION
> tot FLUID SENSOR wordt weergegeven.
2.
Selecteer ON met <
UP
> of <
DOWN
>.
3.
Selecteer OFF met <
UP
> of <
DOWN
> om de vloeistofsensor uit te schakelen.
Timermodus
In timermodus wordt nevel op vooraf ingestelde tijdsintervallen uitgestoten (zie
Parameters van de
timermodus
).
1.
Druk op <
TIMER
> tot een timer wordt weergegeven.
2.
De nevelmachine start de neveluitstoot wanneer de teller 0 bereikt.
3.
Selecteer DURATION SET, om de duur van de timer in te stellen. Selecteer TIMER OUT, om het
uitstootvolume in te stellen.
4.
De cyclus herhaalt zich tot u <<
TIMER
> nogmaals indrukt of tot het reservoir geen nevelvloeistof
meer bevat.