CAMCOLBUL30
V. 01 – 02/05/2012
7
©Velleman nv
5.
Omschrijving
Raadpleeg de afbeelding op pagina
2
van deze handleiding.
1
IR-leds
6
schroefgaten voor de beugel
11
vastzetschroef brandpuntsafstand
2
zonnekap
7
gewricht
12
vastzetschroef focus
3
beugel
8
cameraschroef
13
instelling brandpuntsafstand
4
klemschroef
9
schroefgaten voor de camera
14
anti-condenszakje
5
lens
10
voorkant camerabehuizing
15
zonnekap installatie
6.
Installatie
1.
Kies een geschikte installatieplaats en houd rekening met volgende punten:
o
Houd de camera weg van extreme temperaturen en trillingen.
o
Installeer de camera niet in de buurt van magnetische velden.
o
Richt de camera niet naar de zon of naar een lichtweerkaatsend voorwerp (bv. een metalen
deur).
2.
Gebruik de beugel
[3]
om de plaats van de montagegaten te bepalen. Boor de gaten en bevestig de
beugel met drie schroeven
[6]
.
3.
Verwijder het gewricht
[7]
van de beugel.
4.
Verbind de cameraschroef
[8]
van het gewricht met de achterkant van de camera.
Opmerking:
de achterkant van de camera heeft twee schroefgaten
[9]
om de cameraschroef vast
te maken. Neem het schroefgat dat het beste past voor uw montageplaats.
5.
Sluit het gewricht (met de camera) opnieuw aan op de montagebeugel.
6.
Koppel de voedingsaansluiting
[B]
aan de 12VDC-voeding (niet meegeleverd).
7.
Bedek de voedings- en videoconnectoren (bijvoorbeeld met isolatietape) om de camera voldoende
te beschermen tegen vocht.
8.
Koppel de BNC-stekker
[A]
aan een monitor (niet meegeleverd).
9.
Richt de camera naar de bewakingszone en draai de klemschroef
[4]
vast.
7.
Selectie brandpuntsafstand en scherpstelling
Opmerkingen:
•
Het is aangeraden om de brandpuntsafstand en focus in te stellen bij een omgevingstemperatuur
tussen 0 en 40°C.
•
Zorg voor een snelle instelling (max. 10 minuten) om blootstelling aan een te hoge vochtigheid te
vermijden, te beletten dat de anti-condenszakjes teveel vocht absorberen en hierdoor de camera niet
langer beschermen tegen vocht.
•
Stel de camera niet in op een plaats met een hoge vochtigheidsgraad. Lukt dit niet, zorg voor een
snelle instelling.
Ga als volgt te werk om de brandpuntsafstand en focus te regelen:
1.
Draai de voorkant van de camerabehuizing
[10]
naar rechts om deze te openen.
In de camera zijn twee hendeltjes voorzien om de focusafstand
[11]
en de focus te regelen
[12]
.
2.
Selectie focusafstand: draai de vastzetschroef
[11]
los, draai om de optimale bewakingszone
[13]
in beeld te krijgen en span de schroef opnieuw aan.
3.
Focus: draai de vastzetschroef
[12]
los, draai tot het beeld is scherpgesteld en span daarna de
schroef opnieuw aan. Voor een optimale scherpstelling is het aangeraden:
o
Bij een omgevingstemperatuur < 15°C, richt de camera op een voorwerp dat 15 m verwijderd
is van de camera voor scherpstelling.
o
Bij een omgevingstemperatuur > 35°C, richt de camera op een voorwerp dat 5 m verwijderd is
van de camera voor scherpstelling.
o
Bij een omgevingstemperatuur tussen 15~35°C, richt de camera op het voorwerp dat u wilt
zien voor scherpstelling.
4.
Neem de anti-condenszakjes (meegelev.) en plaats ze in de camera zoals geïllustreerd hierboven
[14]
.
5.
Plaats onmiddellijk de voorkant van de camerabehuizing terug en draai naar rechts om de behuizing
vast te zetten.
Opmerking:
Zorg ervoor dat de behuizing goed vastzit om de camera te beschermen tegen
vochtinfiltratie.
6.
Schuif de zonnekap over de camera
[15]
.
