61
A ps 2 3 0 A D VA N CE D Per s o n al S c o pe
TM
•
Normale triggering is de enige triggermethode
voor tijdsbasissen van 0,1µs/div of sneller
omwille van de overbemonsterings methode.
•
Bij een tijdsbasis van 0,2µs/div tot 0,5s/div
is er steeds een pre-triggering, waarbij 32
monsters voor het triggerpunt zullen
worden weergegeven.
•
Seul le mode "Normal" de déclenchement
de la base de temps est possible pour les
vitesses de balayage de 0,1µs/div. ou plus.
•
A une base de temps de 0.2µs/div à 0.5s/
div, il y a toujours un pré-échantillonnage,
auquel 32 échantillons avant le point de
démarrage seront montrés.
•
Normale Triggerung ist die einzige Trig-
germethode für Zeitbasen von 0,1µs/div
oder schneller.
•
Bei einer Zeitbasis von 0,2µs/div bis 0,5s/
div gibt es immer eine 'Vortriggerung', bei
der 32 Muster für den Triggerpunkt gezeigt
werden.
Trigger modes
Trigger flank :
•
Druk
de ‘trigger’ toets om de pijltoetsen in
te stellen voor de ‘trigger’ functie.
•
Druk op de
◄
of
►
pijltoets voor het kiezen
van een stijgende of dalende trigger flank
van het ingangssignaal.
1. Triggering op de stijgende flank
v/h signaal :
Het scherm zal pas het signaal tonen als er
een positieve flank ‘gezien’ wordt, d.w.z.
dat het signaal van laag naar hoog moet
veranderen om te triggeren.
(Fig. 58)
2. Triggering op de dalende flank
v/h signaal:
Het scherm zal pas het signaal tonen als
er een negatieve flank ‘gezien’ wordt,
d.w.z. dat het signaal van hoog naar laag
moet veranderen om te triggeren.
(Fig. 59)
Flan de déclenchement :
•
Enfoncez
la touche "TRIGGER" pour régler le
niveau de déclenchement au moyen des
touches curseur.
•
Enfoncer la touche curseur
◄
ou
►
, pour
choisir la synchronisation sur le front montant
ou descendant du signal d'entrée.
1.
Démarrage sur le flan montant du signal
:
L'écran n'affiche le signal que lorsqu'il détecte
un flan positif, c.-à-d. que le signal doit aller de
bas en haut pour provoquer le démarrage.
(Fig. 54)
2. Démarrage sur le flan descendant du
signal :
L'écran n'affiche le signal que lorsqu'il
détecte un flan négatif, c.-à-d. que le signal
doit aller de haut en bas pour provoquer le
démarrage.
(Fig. 55)
Flanken Einstellung :
•
Drücken
Sie die „Trigger“ Taste um in den
Triggermodus zu wechseln.
•
Drücken Sie die
◄
oder
►
, Pfeiltaste um mit
der steigenden oder fallenden Flanke zu
triggern.
1. Trigger auf der ansteigenden Flanke des
Signals:
Der Bildschirm zeigt das Signal erst, wenn
eine positive Flanke “gesehen” wird, d.h.
das Signal muss sich von tief nach hoch
verändern, damit getriggert wird.
(Fig. 54)
2. Trigger auf der abfallenden Flanke des
Signals:
Der Bildschirm zeigt das Signal erst, wenn
eine negative Flanke “gesehen” wird, d.h.
das Signal muss sich von hoch nach tief
verändern, damit getriggert wird.
(Fig. 55)
Wijzigen van trigger niveau (3) :
•
Druk
de ‘trigger’ toets om de pijltoetsen in
te stellen voor de ‘trigger’ functie.
•
Wijzig het triggerniveau met de cursor-
toetsen
▲
en
▼
(Fig 60).
Réglage du niveau de déclenchement :
•
Enfoncez
la touche "TRIGGER" pour régler
le niveau de déclenchement au moyen des
touches curseur.
•
Ajustez le niveau de démarrage avec les
touches du curseur
▲
et
▼
(Fig 60).
Änderung des Triggerlevels
•
Drücken
Sie die „Trigger“ Taste um in den
Triggermodus zu wechseln.
•
Drücken Sie auf die
▲
und
▼
Cursortasten um
den Triggerpegel zu ändern
(Fig 60).
